Documenten
|
| Ondertrouw Vóór het huwelijk moest men in ondertrouw. Dit gebeurde op 31 oktober 1819
Op heden Zondag den een en dertigste van de Maand October des Jaars een duizend acht honderd en negentien, te elf ure des voormiddags, hebben wy Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat der Gemeente van Lith provincie Noord-Braband, voor de eerste reis afgekondigd voor de principale deur van het Gemeentes Huis alhier, dat er Trouwbelofte bestaat tusschen Mathijs van Ingen visscher oud vijf en twintig jaren geboren en wonende te Lith meerderjarige zoon van Johannes van Ingen en Maria Roefs overleden. En Maria van Woesik dienstmeid oud negen en twintig jaren geboren te Maasbommel en wonende te Lith dochter van Johannes van Woesik en van Barbara van Leeuwen, van welke Publicatie wy deze acte hebben opgemaakt, waarvan extract zal worden en blyven aangeplakt op de buitendeur van het Gemeentes Huis gedurende den tyd by de Wet bepaald, en hebben geteekend. De Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat |
| Huwelijk Mathias en Maria In het jaar een duizend acht honderd en negentien, den een en twintigste der Maand November te elf uren des voormiddags zyn voor ons Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat der Gemeente van Lith Provincie Noord-Braband, en in tegenwoordigheid van 1e Franciscus van den Boogaart landbouwer oud twee en vijftig jaren 2e Cornelis van den Boogaart wijnkoper oud twee en veertig jaren 3e Roelof Piet van Heck schoenmaker oud een en zestig jaren 4e Jan Hendrik Bunck veldwachter oud vijf en veertig jaren, allen wonende te Lith Canton Oss Provincie Noord-Braband, gecompareerd, Mathijs van Ingen Visscher van beroep oud vijf en twintig jaren, wonende te Lith Provincie Noord Braband meerderjarige Zoon van Johannes van Ingen en van Maria Roest overleden en Maria van Woesik dienstmeid van beroep oud een en dertig jaren, wonende te Lith Provincie voormeld meerderjarige Dochter van Johannes van Woesik en van Barbara Mol overleden ten andere, welke ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen Huwelyk overtegaan, daaraan voldoende, hebben wy overeenkomstig de Wet, voorlezing gedaan van de Stukken hierna genoemd en door de wederzydsche partyen overlegd te weten:
1o Van de acte van Geboorte van Mathijs van Ingen Bruidegom, waaruit blijkt dat hy gedoopt is den eersten der maand Maart een duizend zeven honderd vier en negentig te Lith Provincie Noord-Braband. 2o Van de acte van Geboorte van Maria van Woesik Bruid, waaruit blijkt dat zy gedoopt is den dertiende der maand September een duizend zeven honderd agt en tachtig te Maasbommel Provincie Gelderland. 3o Van de acte van Afkondiging van Trouwbelofte tusschen de aanstaande [nieuwe pagina] Echtgenooten, gedaan voor de principale deur van het Gemeenteshuis alhier, de eerste op Zondag den een en dertigsten October een duizend acht honderd en negentien en de tweede zondag den zevenden November daaraan volgende, waartegen geene verhinderingen zyn ingekomen 4o van vier dood Extracten waaruit blijkt dat de ouders van den Bruidegom als mede de ouders van de Bruid te Lith en Maasbommel respectievelijk overleden zijn 5o van een bewijs dat den bruidegom tot dit ogenblik aan de verpligtingen die ten aanzien der Nationale Militie op den zelven mogten beruilt hebben voldaan. En eindelyk van het zesde Hoofdstuk van den titel van het Huwelyk van het burgerlyk Wetboek, handelende van de regten en pligten der Echtgenooten onderling.
Waarna wy Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat bovengenoemd aan den Bruidegom en aan de Bruid gevraagd hebben of zy elkander tot Man en Vrouw willen nemen, en ieder van hun afzonderlyk en bevestigend geantwoord hebbende, hebben wy in naam der Wet verklaard, dat de personen van Mathijs van Ingen en van Maria van Woesik bovengenoemd door het Huwelyk zyn vereenigd. Van al hetwelk wy deze acte hebben opgemaakt, en na daarvan voorlezing te hebben gedaan aan de partyen en getuigen, hebben dezelve met ons geteekend. Uitgezonderd Mathijs van Ingen en Maria van Woesik welke verklaart hebben niet te kunnen schrijven.
|
| Overlijden Maria van Woesik In het jaar een duizend acht honderd acht en vijftig, den achttienden dag der maand November, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen Henricus Klerkx van beroep veldwachter oud twee en veertig jaren wonende te Lith kennis van de overledene, en Gerardus van den Hurk van beroep vischkooper oud ----- jaren, wonende te Lith nabuur van de overledene, welke aan ons verklaard hebben, dat alhier op dinsdag, den zestienden der maand November een duizend acht honderd acht en vijftig, om
---- ure des namiddags is overleden Maria van Woesik, van beroep geen, oud zeventig jaren geboren te Maasbommel, provincie Gelderland, wonende te Lith, dochter van Johannes van Woesik en van Barbara Mol, beiden overleden, weduwe van Mathijs van Ingen.
En hebben wij hiervan opgemaakt de tegenwoordige Akte, die, na voorlezing, is geteekend door ons en den eersten comparant hebbende Gerardus van den Hurk niet geteekend uit hoofde hij verklaarde niet te kunnen schrijven.
|