Documenten
|
| Geboorte Maria Hendrica van Tuil Het jaar achttien honderd zeven en dertig, den negenden September, ten half tien ure des voormiddags, is voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, verschenen Cornelis van Tuil, arbeider, oud vijf en dertig jaren, wonende te Alphen; dewelke ons heeft vertoond een Kind van het vrouwelijk geslacht, geboren ten achtsten dezer ten elf ure des voormiddags, van genoemden Cornelis van Tuil en van Antonia Hol, Ehelieden, wonende te Alphen; en aan welk Kind heeft verklaard den voornaam te willen geven van Maria Hendrica.
De gezegde verklaring en vertooning geschiedt in tegenwoordigheid van Jacob de Jager, Gemeenteraadslid wonende te Appeltern, oud twee en zeventig jaren, en van Johannes van Woerik, Gemeentebode wonende te Maasbommel, oud zes en vijftig jaren.
Na gedane voorlezing van de tegenwoordige Geboorte-Akte aan den deklarant en aan de getuigen, heeft de declarant verklaard niet te kunnen schrijven; terwijl voornoemde getuigen dezelve met ons hebben geteekend.
|
| Huwelijk Het jaar achttienhonderd negen en zeventig, den vijfden September, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, in het Gemeentehuis, in tegenwoordigheid van
1o. Geurt Veenendaal, gemeente-veldwachter, oud vier en dertig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
2o. Gerhardus Reinders, gemeente-veldwachter, oud vijf en dertig jaren, wonende te Alphen, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
3o. Coenradus van Kraaij, dienstknecht, oud acht en twintig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
4o. Willem van Avezaath, ijzersmid, oud vier en dertig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende der bruid;
verschenen: ten eenre Arnoldus van Ingen, jongman, schipper, oud twee en dertig jaren, wonende te Alphen binnen deze gemeente meerderjarige zoon van Johannes van Ingen, schipper en van Grada van den Hurk, zonder beroep, wonende te Alphen voormeld, en ter andere zijde Maria Hendrica van Tuil, jongedochter, zonder beroep, oud een en veertig jaren, wonende te Alphen voormeld, meerderjarige dochter van Cornelis van Tuil, arbeider[...], wonende te Alphen meergemeld, en van Antonia Hol overleden
die ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe aan ons ter hand stellende:
1o. de akte van geboorte van den bruidegom voornoemd, waaruit blijkt, dat hij geboren is den dertienden Maart een duizend achthonderd zeven en veertig te Alphen;
2o. de akte van geboorte van de bruid voornoemd, waaruit blijkt, dat zij geboren is den achtsten September een duizend achthonderd zeven en dertig te Alphen
3o. Certificaat van Zijne Excellentie den Heere Minister van Staat, Staatsraad, Commissaris des Konings in deze provincie, constaterende dat de bruidegom aan zijne verplichtingen ten aanzien der nationale militie heeft voldaan; Hebbende de afkondigingen van dit voorgenomen huwelijk binnen deze gemeente op zondagen den vier en twintigsten en een en dertigsten Augustus dezes jaars zonder stuiting plaats gehad.
Eindelijk nadat én bruidegom én bruid, aan ons, in tegenwoordigheid der bovengemelde getuigen, hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard, dat Arnoldus van Ingen en Maria Hendrica van Tuil door den echt zijn vereenigd.
Van al hetwelk wij deze akte hebben opgemaakt, welke wij, na gedane voorlezing, en nadat de bruid had verklaard als in het schrijven onervaren zijnde haren naam niet te kunnen teekenen met den bruidegom en gezegde vier getuigen hebben geteekend. |
| Overlijden Maria Hendrica van Tuil Heden een en twintig Januari negentienhonderd dertig, verschenen voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente LITH: Jacobus Verdijk, oud twee en tachtig jaren, zonder beroep wonende te Lith en Johannes van der Wielen oud zes en tachtig jaren, zonder beroep wonende te Lith, die verklaarden, dat op negentien Januari dezes Jaars des namiddags half tien ure, in deze gemeente is overleden: Maria Hendrica van Tuil, weduwe van Arnoldus van Ingen, oud twee en negentig jaren, zonder beroep, geboren te Appeltern en wonende te Lith, dochter van wijlen Cornelis van Tuil en Antonia Hol.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. |