VAN ENGHEN (INGEN) Aert

VAN ENGHEN (INGEN) Aert

Mannelijk 1710 - 1773  (~ 62 jaar)

 

«Vorige «1 ... 18 19 20 21 22 23 24 25 26 ... 27» Volgende»     » Dia voorstelling

Bezig...





Door het oog van de Naald.jpg

Uit de akte blijkt dat Aert niet alleen herbergier was maar tevens winkelier. Dat het leven van een herbergier/winkelier in die tijd niet over rozen ging blijkt wel uit de navolgende akte waarin staat beschreven dat een kennelijk ontevreden klant, zijnde de meestersmid [een smid lijkt mij geen kleine jonge], zijn ongenoegen uitte middels bedreigingen en mishandeling. Wie drinkt dan ook om 8 uur in de ochtend jenever ?
26-08-1755

Ondervragingen ter secretarie van Lith van
Aart van Ingen, 47 of 48 jaar oud,
Geertruij van den Blok, zijn huisvrouw, circa 50 jaar - Aart en Geertruij verklaren een herberg te houden en ‘winkel te doen’ te Lith,
Hendrien van Daalen, huisvrouw van Hermen Looijmans, circa 47 jaar, en Anne Marie van Dinther, dienstmaagd van Aart van Ingen, circa 20 jaar.

Op 25 augustus 1755, ‘s morgens om ongeveer 8 uur, kwam Henderik Sloth, meestersmid te Lith, bij Aart en bestelde een glas jenever. Zodra Henderik het ‘soopje’ kreeg, heeft hij het tot twee keer toe naar Aart gebracht. Hij vatte alles verkeerd op en maakte aanstonds ruzie met Aart en Geertruij en hen “met verschyde lasterlyke en infurieuse woorden [doorhaling] bejegent”. Het echtpaar verklaart dat Henderik Aart voor een “schobjack” uitmakende, “met een vuyst in syn gesigt heeft geslagen, en met syn elleboogh op syn borst gestooten en dat daar op [...] in syn sack [...] tastende syn mes ten halven heeft getrockken sonder dat egter sy tweeden Deponente vermits als toen aan des linker syde van Henderik Slot stont het bloote mes heeft konnen sien”.
Aart verklaart dat “so dra hy sag dat Henderik Sloth syn mes begon te trekken hij om sig selven te salveeren de vlugt uyt syn keuken op de geut en vervolgens door de Deeldeur uytgenomen en sonder hem eenige Resistentie te hebben gedaan om ongelukken te verhoeden[.] [D]e tweede Deponente verclaart mede haaren man te hebben sien vlugten”. Daarna heeft Henderik tot twee maal toe Geertruij aangevallen en in haar gezicht en op het hoofd geslagen.


Geertruij heeft geprobeerd Henderik met een stok te keren, maar “in syn quaadaardigheyt voortvarende” heeft hij zijn mes tegen haar getrokken en haar een tweede keer aangevallen, “haar soo danigh met de vuyst of handt in haar gesigt en wel meest op haar hooft heeft geslagen, dat de Nerf daar af is, sustineerende sy Deponente dat hij sulx met de vuyst daar het mes in had en met een heft van het mes heeft gedaan”.
Geertruij verklaart dat zij moest vluchten om zich te redden “en haar Diensmeyt en in huys synde kinder belast om hulp te Roepen en dat sy selfs mede om hulp heeft moeten Roepen al vlugtende”.
Aart verklaart dat hij “op het jammerlijk hulp roepen van syn kinder en mydt wederom na syn huys is koomen lopen en door syn sydeur in syn huys is gekomen, en gesien te hebben dat Henderik Sloth reeds uyt syn huys op den dyck stondt onder het volck en niet beters te weten als dat hy Henderik Sloth vroeg [“]wat sy ik hier schuldig[“,] sonder dat hy weet of hy syn vermelt gelag heeft betaalt dan niet ook als toen hem geen mes te hebben sien hebben”.

Hendrien van Daalen verklaart dat zij naar het huis van Aart van Ingen was gekomen “om een paar clompen voor haar kint te kopen, en als toen gesien te hebben, dat Hendrik Sloth de vrouw van Aart van Ingen in haar ijgen huijs met sijn hand in haar gesigt sloeg sonder dat sij iets in de hand had, en dat sy [...] daar op tegens hem sijde [“] Hendrik siet wat gij doet[“,] want een wijf kan men ligt slaan, dat sij [...] daar op uijt den huijs op den Dijk Liep, en dat vrou van Ingen daar op hulp roepende mede aan de deur is comen Lopen dat gemelten Hendrik Sloth daar op uijt den huijs is gekomen, en als toen Duijdelijk gesien te hebben dat hij sijn bloot mes in de handt had en in het uijtgaan van het huijs in sijn sak stak”.
Hendrien verklaart niet gezien te hebben dat Geertruij Hendrik gemolesteerd heeft “eerst als dat sy op Henderik Sloth [...] omdat hy haar man in syn ygen huys had geslagen [...] en syde dat sulx vlugge werk was en dat Henderik Sloth antwoorde [“]Vlug my niet of ik sal u aan uwen bast slaan[“}.

Anne Marie van Dinter verklaart als dienstmaagd bij Aart van Ingen te wonen en voor een gedeelte bij het geval aanwezig te zijn geweest “en als toen in de keuken komende gesien te hebben dat Henderik Sloth haaren Baas Aart van Ingen in sijn eigen huijs met sijn vuijst of hand in sijn gesigt heeft gestoten of geslagen, sonder dat hij haarens wetens Hendrik Sloth eenige reden of quaat woort heeft gegeven, dat daar op haaren Baas op sijn geut is gevlugt en vervolgens de DeelDeur uijt sonder dat sij Deponenten als toen eenige scheltwoorden heeft gehoort”

Anne Marie van Dinter tekent met een soort S,
Aart tekent met “aart van engen”,
zijn vrouw met “gertruij van der black” en
Hendrien plaatst een +,


Eigenaar/BronBron RA Lith 94, f. 155-160
BestandsnaamDoor het oog van de Naald.jpg
Bestandgrootte1.29m
Dimensies604 x 9788
Verbonden metVAN ENGHEN (INGEN) Aert

«Vorige «1 ... 18 19 20 21 22 23 24 25 26 ... 27» Volgende»     » Dia voorstelling