Documenten
|
| Doop Seymen van Enghen 1715
Den 24 maart
V: Jan Theunissen van Enghen,
M: Dingena Jans de Weert,
K: genoemd Matthys,
(er werden geen getuigen genoemd)
|
| Ondertrouw Heerewaarden Seymen trad op 32- jarige leeftijd in het huwelijk met de toen 31- jarige Joanna van Geffen. De aankondiging van het huwelijk vond plaats op 21 april 1752.
Symen van Ingen j.m. geb[or]en en wonende alhier met Johanna van Geffen j.d. ge[bor]en en wonende te Lith, daer in ondertrouw opgenomen den 21 April 1752, hier driemael onverhindert geproclameert, waervan getuygenis gegeven den 07 Meij 1752.
Hier wordt de naam Symen geschreven met de achternaam van Ingen
( in tegenstelling tot zijn broers met n) |
| Trouwen Lith Het huwelijk voor de kerk vond, evenals dat van zijn broers, plaats in Lith en werd ingeschreven in de Katholieke DTB- boeken van Lith.
07 Mei 1752 gehuwd, Simon van Inge en Joanna van Geffen,
getuigen Goswisius Wolf en Anna Maria van Maeren
Daar Katholieke pastoors in het Latijn schreven werd de naam Symen geschreven als Simon, waarbij de naam van Ingen nu zonder n werd geschreven.
|
| Lening door Seymen De navolgende akte heeft betrekking op een lening die Seymen afsluit voor een bedrag van 75 gulden.
24-06-1782
Compareerde op heeden den vier en twintigste Junij 1700 twee en tagtig voor de ondergetekende scheepenen van Groot Lith Seymen van Engen inwoonder der voorseyde Heerlykheyt welke opentlijk bekende ende verklaarde, gelijk by deesen bekennende ende verklaarende is wel ende deugdelyk schuldig te zijn, aan ende en behoeve van de Heer Johannes Vriezekolk, Secretaris der Heerlykheeden Kessel en Empel eene Capitaale somme van vyf en tseventig guldens, tot twintig stuivers elken gulden gereekent, goed gangbaar hollandts geld, tyde der betaalinge Cours en de loop hebbende welke Capitaale somme van vyf en tseventig guldens, hij Seymen van Engen gelooft op generaal verband van syn persoon ende goederen hebbende ende verkrygende, te sullen opleggen ende betaalen aan voornoemde Heer Johannes Vriezekolk ofte desselvs regts verkrygende van heeden data deezes over een jaar met den intrest van dien zeggens vier guldens van het hondert gereekent, vrij van alle lasten, egeene van dien uitgescheijden, zonder eenig tegenseggen van regten ofte daar buiten overmits de opregte deugdelykheyt der schult is spruitende van goede en wel aangetelde penningen bij hem gelover voornoemd uit handen van opgemelde Heer Johannes Vriezekolk tot syn Contentement ende gerief ter leen ontfangen ende genooten zo hy bekende ende verklaarde bij ende mits dese renuntierende over zulks de gelover van de Exceptie van onaangetelden gelde die hy en Cas van geen dadelyke aantellingen zoude kunnen proponeeren, en ofte het gebeurde dat voorschreven somma ten voorschreven dagen niet wierde gerestitueerdt maar [?) niet wedersydts gelieven langs bleven staan, so gelooft hij Seymen van Engen daar van den intrest tegens vier guldens van het hondert te sullen blyven betaalen, jaarlyks tot de volle en effectueele aflossinge ende quitaige toe, ende en Cas van resti-
tutie ofte repetitie zal men gehouden zyn zulks elkanderen geregtelyk drie maanden voor de verschyndag opzegginge te doen. Aldus gepasseert tot Lith als uit hoofdt deeses ten overstaan van Bartholomeus Pyll en Pontiaan Albertus van Turst schepenen in Lith.
[w.g.]
Symen van Engen
B:Pijll
P:A:van Twist
PH: Fenema
|
| Erfenis van familie van Kessel In de familie van de vrouw van Seymen, Joanna van Geffen, werd een erfenis verdeeld, Symen is erfgenaam door zijn huwelijk met Johanna van Geffen en koopt uiteindelijk iets uit de erfenis. Met betrekking tot deze erfenis is een akte van 6 pagina’s opgemaakt. De taal in deze akte is onvoorstelbaar ambtelijk.
24 april 1782
Jan van Geffen wonende binnen de stad s’Bosch, Tomas van Batenburg wonende te Acquoi als in huwelyk hebbende Stien van Geffen, Jenneke van Geffen, wede Hendrik Verhoeven wonende te Maren Symen van Engen wonende binnen de Heerlykheyt Lith, als in huwelyk hebbende Johanna van Geffen Tomas Ketels als last en procuratie hebbende van Hendrik van Staveren en Marytje Lucas Ketels, wonende onder Alphen, zynde laastgemelde een dogter van Lucas Ketels, gepasseert voor den Notaris Jan van der Snoek en getuygen tot Alphen den 31 meert 1782 Item nog deselve Tomas Ketels als last ende procuratie hebbende van Wessel Bunnink en Gerrit Bunnink, wonende bnnen de hooge en vrye heerlykheyt Haze[rs]woude, in qualiteyt als voogden
over de drie minderjarige kinderen van wylen Aafje Gerrits Odijk in huwelyk verwekt aan Egbert Bunnink met namen Lysje, Jan en Jannetje Egberts Bunnink, welke voors. Aafje Gerrits Odyk is een nagelaten dogter van Lucas Ketels, gepasseert voor den president in absentie van den Heer Bailluw en Schout mitsgaders scheepenen van Hazerswoude, den 30 meert 1782 de beyde procuratien alhier geregistreert, Item Tomas Ketels als last ende procuratie hebbende van Gysbert van Syl wonende te Langeraar in huwelyk hebbende Cornelia Odyk, Hermanus Odyk wonende te Alphen, en Leendert van den Bruk wonende te Soeterwoude, in huwelyk hebbende Aaltje Odyk, gepasseert voor Heeren Scheepenen te Kessel den 21 meert 1782, zynde de Constituanten in de gemelde procuratien vermeld in prive en in qualiteit Erf-[volgende blad] genaamen bij representatie van de kinderen Lucas Keetels. Item als nog den meegemelde Tomas Keetels, voor sig selve en als last en procuratie hebbende van Dielis Keetels, Johanna Ketels, Jan Keetels, Gerrit Keetels, Huybert Keetels, Megtelina Keetels, Geertruyd Keetels, alle wonende binnen de Heerlykheyt Lith, kinderen en Erfgenamen van haaren vader, Jan Huybert Keetels, en nog de laastgemelden, als Erfgenaamen, voor negen tiende parten van Hendrik Beeken eenige Erfgenaam van de wed. Jan Beeke, volgens acte van procuratie gepasseert voor Heeren schepenen van Kessel den negenden meert 1700 twee en tagtig, mitsgaders Johannes Vriesekolk, secretaris te Kessel, als last en procuratie hebbende van Jan van de Wiel wonende te Alphen in Gelderland, in huwelyk hebbende Myntje Beeke als erfgenaam voor het resteerende een tiende part, van Hendrik
Beeke, gepasseert voor Heeren scheepenen van Kessel, den sesde Meert 1700 twee en tagtig /\ [invoeging van tekst in de marge -] /\welke drie laastgemelde procuratien alhier ter secretarye zyn geregisteert [-] wesende Jan van Geffen Stien van Geffen, Janneke van Geffen, Johanna van Geffen, Jan Huybert Keetels de wede Jan Beeke en de kinderen van Lucas Keetels ider voor een sevende part gecustitueerde [?] Erfgenamen, van Jenneke Hendrik Keetels in leeven hui[s]vrouw van Peter van de Graaf te vooren getrouwd geweest, met Berend van Geffen volgens testamentaire dispositie gepasseert voor Heeren Drossaert en schepenen der Heerlykheyt Kessel den eerste April 1700 vijf en tsestig en also te zamen voor het geheel,
Een halve Morgen Land geleegen binnen deze Heerlykheyt Lith in de agterste Middelste hoeve oost belent Evert van der Haage west Anthony van Nouhuys strekkende van de middelste hoeve tot den broekgraaf,
de transportanten pro se et qq aangekoomen by Erfenisse voornoemdt hebben sy publicq verkogt ten overstaan van Heeren Officier en Scheepenen der Heerlykheyt Kessel aan [doorhaling] Ida Brandts voor eene Somme van drie en tagtig guldens, de slaagen daar onder begreepen, volgens verkoopsconditie, synde van dato den derde april 1700 twee en tagtig en mits desen wettelyk ende Erfelyk gecedeert, opgedragen ende overgegeven aan [doorhaling] Ida Brandts voornoemdt, te zamen met alle de brieven en beschyden daar van synde, en met den [...] regten de transportanten pro se et qq daar in competerende, met helmelinge voltijdenisse en Cas en maniere in doen gewoonlyk zynde, belovende op verbant van hunne en deselvs principaale persoonen present en toekomende goederen, respectieve, dit cederen opdragen ende overgeeven, altyd te sullen ende doen houden voor goed vast steedig ende van waerden, ende alle commer, calangie ende aantal daar innen wesende, of komende af te sullen doen geheelyk los en vrij, uitgenomen zal de verkrygster tot haare lasten moeten nemen, nu ende ten eeuwigen daage, maken en onderhouden, mitsgaders op de eerst te voeren clopschouw
geloven voor drie en een halve voeten Maasdyk onder de schouwe van Lith tussen paal 53 en 54, als mede te moeten betalen een jaarlykse Cyns aan de Heeren van Lith van twee penningen den hond doende, ofte zo veel min ofte meer t Cynsboek is mede brengende mitsgaders schaaden en Commeren zo van slooten straten, wegen en waterlaten, s’landts, Dorps en Polders lasten regten en servituten als van oudts regt en gewoonten (...) daar toe te onderhouden en betalen syn staande en over zulks geen uitgezondert.
Compareerde meede den opgemelde [doorhaling] Johannes van Baren zig fort en sterk makende voor Ida Brandts, en verklaarde opgemelde dyken, en lasten sodanig te sullen maken ende betalen dat de transportanten pro se et qq daar van sullen zyn en blyven bevrijd onder verband als naar [...] en hebben de transportanten pro Se et q.q. op de gedaane afvraginge verklaart, dat voors. land is vrij allodiaal en niet leenroerig aan eenige hooven van leen. Aldus gepasseert tot Lith op heeden den vierentwintigste April 1700 twee en tagtig ten overstaan van de Heer Pieter Benjamin Papo Drossaert en Bartholomeus Pyll scheepen in Lith
dit + merck stelt Jan van Geffen
dit + merck stelt Tomas van Batenborg
Thomas Ketes [sic]
Sijmen van engen
dit + merk steld Jenneke van Geffen, wede H Verhoeven
Johannes van Baaren
Vriezekolk qq
P:B:Papo
B Pijll
PH Fenema
|
| Verkoop grond deel 1 24 april 1782
Het geërfde land werd op dezelfde dag weer verkocht. Uit de Rechterlijke archieven bleek dat de personen, genoemd in voorgaande akte, 3,5 hond land voor 81 gulden verkochten aan Geert Keetels.
Seymen ondertekende met Symen van Engen
|
| Verkoop grond deel 2 24 april 1782
Ook Symen kocht uit deze erfenis, voor het bedrag van 219 gulden , een stuk grond te Lith in de Wiel, van 1 morgen [+/- 1 hectare] land.
Tekende o.a. ?sijmen van engen?.
|
| Verkoop grond deel 3 24 april 1782
Dezelfde personen verkopen publiekelijk een halve morgen land te Lith in de Janshoef, aangekomen uit de erfenis, voor 132 gulden aan Johanna Verhoeven, weduwe van Peter van de Graaf, te Kessel.
Tekende o.a. ?sijmen van engen?.
|
| Verkoop grond deel 4 24 april 1782
Dezelfde personen verkopen publiekelijk 1,25 hond land te Lith in de Janshoef, aangekomen uit de erfenis, voor 33 gulden aan Johanna Verhoeven.
Tekende o.a. ?Sijmen van engen?.
|
| Overlijden Seymen 1787 October 19 Dito Begraaven Symen van Ingen man van Johanna Van Geffen |
| De nalatenschap Na het overlijden van Joanna bleek dat er wel iets te verdelen viel. De erfenis van Seymen en Joanna staat beschreven in de navolgende akte,
11-08-1797
Erf-scheijding en deijling tusschen de kinderen en erfgenaamen van wijlen Johanna van Geffen wede Seijmen van Ingen bestaande in de navolgende goederen.
Compareerde voor ons Drossaard en scheepenen van Groot Lith, quartiere van Maasland, Meijerije van ’s Bosch Cornelis Conings als in huwelijk hebbende Geertruijda van Ingen en met [doorhaling] in deeze geadsisteert, woonagtig te Lith, beneevens Jan Seijmen van Ingen woonende Kessel welke verklaarde te hebben aangegaan en gemaakt de navolgende scheijding en deijling van alle de goederen bij opgemelde hunne ouders nag elaaten, en die tot hier toe onverdeelte zijn gebleeven.
1ste loth onder Lith
Een Huijs schuur Hof en aangelag staande en geleegen alhier bij of omtrent den Hamdijk tusschen de scheijding van Lith en Kessel booven de gemeente van Lith beneeden Jan van Alem, strekt van de diepte van de Wiel tot de jurisdictie van Kessel. Belast met zodanig een gedeelte van Maasdijk onder Lith, als volgens vorige deijling daarop begroot is geworden of zoo veel meer of min de clopcedulle is meedebrengende.
Item de helft in eene mergen land gen[aamt] [nieuwe pagina] de Wiel oost Geert van Ujen beneeden Kobus Bokken, zijnde drie hond of zoo groot en klein geleegen ligt, en wel het boovenste gedeelte, geen een met de wederhelft van gem[elde] mergen, die toebehoort aan den verkrijger van het tweede loth Jan Seijmen van Ingen.
Dit perceel is belast met een vak Maasdijk onder de schouwe van Lith van vijf voet, of zoo veel meer of min de clopcedulle aldaar is meedebrengende [doorhaling] tussen paal 20 en 21.
onder Kessel
Een perceel land groot twee en een halve hond of zoo groot en klein geleegen ligt opden Beneden Aart belent booven Jan Blankers, beneeden Hester van Alem.
Dit perceel is belast met een vak Maasdijk onder de schouwe van Maaren groot eene halve vadem aan paal 242, of zoo veel meer of min de clopcedulle aldaar is meedebrengende.
De verkrijger van dit loth moet ten zijnen lasten neemen, maaken, onderhouden en betaalen ’s lands, dorps, polders en verdere lasten, schouwe en commeren binnen ’s lands met gebuurelijke servituten van straaten, steegen weegen waterlaaten, zijlen uijtvlieten, Heeren chijns, Littergraaf en Kesselsche graaf en dijken [nieuwe pagina] alles voor zoo verre het van ouds, regts, of gewoontens weegen tot de voorn. goederen is gehoorende, mitsgaaders te zullen laaten uijtweegen, [doorhaling] die [doorhaling] zij met regt daartoe mogten zijn geregtigdt, en de dijken ten zijnen naame te zullen laaten verboeken, en is dit loth ten deel gevallen aan
Cornelis Conings in huwlijk hebbende Geertuijda van Ingen.
2de loth
onder Lith
Een perceel land groot eene mergen of zoo groot en klein geleegen ligt ter plaatse genaamt de Middelste Hoeven oost de kinderen Jan Geert Schuijlenburg, west Neeis van Craaij
Een perceel land, zijnde de helft in eene mergen land genaamt de Wiel oost Geurt van Ujen, beneeden Kobus Bokken, zijnde drie hond of zoo groot en klein geleegen ligt, en wel het benedenste gedeelte, gemeen met de wederhelft van gem[elde] mergen, die toebehoort aan den verkrijger van het eerste loth Cornelis Conings in huwlijk hebbende Geertruijda van Ingen. [nieuwe pagina]
Dit perceel is belast met een vak Maasdijk onder de schouwe van Kessel groot een halve vadem, of zooveel meer of min de clopcedulle aldaar is meedebrengende aan paal 280.
onder Kessel
Een perceel land groot twee en een halve hond of zoo groot en klein geleegen ligt opden Beneeden Aart belent booven Jan Blankers, beneeden Hester van Alem.
Dit perceel is belast met een vak Maasdijk onder de schouwe van Maaren groot een halve vadem, of zooveel meer of min de clopcedulle aldaar is meedebrengende aan paal 242.
De verkrijger van dit loth moet ten zijnen lasten neemen maaken onderhouden en betaalen ’s lands, dorps, polders en verdere lasten, schouwen en commeren binnen ’s lands met gebuurelijke servituten van straaten, steegen weegen waterlaaten, zijlen uijtvlieten, Heeren chijns, Littergraaf en Kesselsche graaf en dijken, alles voor zoo verre het van ouds, regts, of gewoontens weegen tot de voorn. goederen zijn gehoorende, mitsgaaders te zullen laaten uijtweegen, die met regt daartoe mogten zijn geregtigdt, en de dijken ten zijnen naamen te zullen laaten verboeken, en is dit loth ten deel gevallen aan
Jan Seijmen van Ingen.
[nieuwe pagina] Alle welke voorn. schiftinge, scheijdinge en deijlinge de hier voorvermelde comparanten verklaarden met den anderen te hebben aangegaan en gemaakt, en een ider met zijn aanbedeeld loth te vreeden te zijn, het zelve accepteerende bij ende mits deezen, zonder dat d’een op des anderen loth eenig meede recht of actie dan voorsz staat, behoudt, en hebben de comparanten hierop d’een ten behoeven van de anderen helmelingen verteegen inne maniere van dien schifting, scheijding, en deijlinge eenes beoedels gebruijkelijk, met gelofte, dat een ider hier bij zijne verkreegene dijken, renthen en chijnsen zodanig zal maaken, onderhouden en betaalen, en dezelve ider ten zijnen naame te zullen laaten verboeken, dat d’een van den anderen desweegens zij[n] en blijven gelibereert; verbindende een ijder der comparanten tot dit alles hunne persoonen en goederen hebbende, en verkrijgende: en bij aldien namaals bij weege van regt of anderzints tot de voorsz goederen eenige meerdere renthen, chijnsen, dijken of lasten begroot wierden, dan op dezelve voor het tegenwoordige zijn gestelt geworden; zoo geloovden de comparanten [nieuwe pagina] deselve malkanderen te zullen helpen, lasten en draagen, zoals erfgenaamen in cas van scheyding en deijling onderling eenes boedels verpligt zijn naar billijkheid en volgends de wetten van den lande te moeten handelen: en verklaarden de comparanten deeze gescheijde en verdeelde goederen, naar aftrek der schulden circa waardig te zullen zijn eene somma van neegen honderd gulden.
Aldus gedaan en gepasseert ter secretarij der Heerlykheid Groot Lith in ’t jaar duijzend zeven honderd zeeven en neegentigh den elfden augustij ten overstaan van J:E: de Vrij Drossaard en P:J: de Goeij en N:v:Sonsbeek scheepenen in Lith.
Cornelus Koninghs
+ Dit is ’t merk van Jan Seijmen van Ingen, testis D:Luijcx van Breugel
x Dit is ’t merk van Geertruij van Ingen testis ut supra.
J:E de Vrij Drossard
N: van Sonsbeek
P.J. de Goeij
Mij praesent
D:Luijcx van Breugel
Secrets.
|