Documenten
|
| Geboorte Albertus Graven Het jaar achttien honderd een en vijftig, den veertienden April, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, verschenen Jacobus Graven, arbeider, oud een en dertig jaren, wonende te Alphen; die ons heeft verklaard, dat op den dertienden dezer maand, ten twee ure des namiddags, te Alphen is geboren een kind van het mannelijk geslacht van genoemden Jacobus Graven en van Jacoba Melis, Ehelieden, wonende te Alphen, aan welk kind hij heeft verklaard den voornaam te geven van Albertus.
De gezegde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Hendricus Lagarde, landbouwer, wonende te Alphen, oud dertig jaren en van Thomas van Woezik, Gemeente-Ontvanger, wonende te Appeltern, oud veertig jaren.
Na gedane voorlezing van de tegenwoordige Geboorte-Akte aan den deklarant en aan de getuigen, heeft de declarant ons verklaard, als in het schrijven onervaren zijnde, zijnen naam niet te kunnen teekenen; terwijl voornoemde getuigen dezelve met ons hebben geteekend. |
| Huwelijk Heden den achttienden November achttienhonderd twee en negentig, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Appeltern, provincie Gelderland, in het Gemeentehuis in het openbaar verschenen:
TEN EENRE Albertus Graven, jongman, landbouwer oud een en veertig jaren, geboren en wonende te Alphen, gemeente Appeltern meerderjarige zoon van de overleden echtelieden Jacobus Graven en Jacoba Melis
EN TEN ANDERE ZIJDE Theodora van Ingen, jonge dochter, zonder beroep oud vijf en dertig jaren, geboren en wonende te Alphen, gemeente Appeltern meerderjarige dochter van Johannes van Ingen, overleden en Gerarda van den Hurk, bierhuishoudster te Alphen, gemeld
die ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe aan ons overleggende:
1o. de akte van geboorte van den Bruidegom, waaruit blijkt, dat hij geboren is den dertienden April achttien honderd één en vijftig;
2o. de akte van geboorte van de Bruid, waaruit blijkt, dat zij geboren is den vijftienden October achttien honderd zeven en vijftig.
Hebben de afkondigingen van dit voorgenomen huwelijk op Zondagen den zesden en dertienden November jongstleden binnen deze gemeente zonder stuiting plaatsgehad.
Eindelijk nadat én bruidegom én bruid aan ons hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard, dat Albertus Graven en Theodora van Ingenm genoemd, door den echt zijn vereenigd.
Een en ander heeft plaats gehadin tegenwoordigheid der nagenoemde getuigen, als:
1o. Johannes Last, oud-machinist, oud negen en zeventig jaren, wonende te Alphen;
2o. Hendricus Herckenrath brievengaarder, oud drie en dertig jaren, wonende te Maasbommel;
3o. Johannes van Rossum, grof- en hoefsmid, oud negen en twintig jaren, wonende te Maasbommel;
4o. Peter Strijk, rijtuigverhuurder, oud vier en dertig jaren, wonende te Alphen, verklarende de getuigen aan partijen niet verwant te zijn.
En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, welke, na gedane voorlezing, geteekend is door ons, de comparanten echtgenooten en genoemde vier getuigen. |
| Overlijden Albertus Graven Heden ten tienden December negentien honderd drie en twintig, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente LITH, Marinus Lambertus van den Berg oud zes en veertig jaren, landbouwer, wonende te Lith en Godefridus de Veer oud een en vijftig jaren, landbouwer, wonende te Lith, die verklaarden, dat op den tienden December dezes jaars des voormiddags ten half drie ure in deze gemeente is overleden: Albertus Graven, echtegenoot van Theodora van Ingen oud
twee en zeventig jaren, geboren te Appeltern, van beroep arbeider wonende te Lith, zoon van wijlen Jacobus Graven en Jacoba Melissen.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. |