Documenten
|
| Geboorte Albertus Cornelis van Ingen In het jaar negentien honderd acht, den veertienden Juli is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Maashees en Overloon, verschenen: Hendricus van Ingen, oud negen en dertig jaren, van beroep herbergier wonende te Maashees, die verklaarde aangifte te doen, dat zijne echtgenoote Wilhelmina Katharina Verlaan zonder beroep wonende te Maashees op den twaalfden Juli negentien honderd acht, ten tien ure des namiddags alhier in wijk B nummer vijf en veertig ten zijne huize bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Albertus Cornelis. Deze aangifte is gedaan in tegenwoordigheid van Ernestus Gerardus Cremers oud vijf en veertig jaren, van beroep boomkweker en Gerardus Cremers oud veertig jaren, van beroep bierbrouwer beiden wonende binnen deze gemeente. Waarvan door ons deze akte is opgemaakt, en na voorlezing geteekend door ons met de comparant en de getuigen. |
| Wall of Honor Yad Vashem Eleazer Samuel Poons en Marie Julie Dribbel, wonende in Rotterdam hadden twee dochters, Marianne Juliana (Mimi) Poons en Alida Marie (Nannie) Poons.
Albertus Cornelis van Ingen en zijn vrouw Catharina Maria de Vries woonden in die tijd eveneens in Rotterdam. De vader van Catharina Maria de Vries, de voormalige buurman van de familie Poons was in die zware tijden actief in het verzet. In verband met hun afkomst was de familie Poons bang dat er iets met hun dochters zou gebeuren. Hun voormalige buurman en verzetsstrijder de Vries stelde voor om Mimi te verbergen bij zijn dochter en schoonzoon Albertus en Catharina.
De benodigde rantsoenkaarten werden geleverd door de schoonbroer van Albertus en broer van Catharina, Gerardus Jozef de Vries.
In December 1942, toen werd ontdekt dat haar moeder een Arisch voorgeslacht had werd Mimi uitgeroepen tot half-joodse.
Haar zus, Nannie, moest zich samen met haar Joodse man, Siegfried Hertogs, hun dochter, Marina, en hun zoon Peter eveneens schuilhouden voor de Duitsers.
Toen de schuilplaats van Nannie?s dochter Marina niet langer veilig was, verhuisde ze naar de familie Blom in het nabijgelegen Delft. Deze schuilplaats bleek één jaar lang goed te werken maar werd verraden, waarna meneer Blom en Marina op 1 april 1944 werden gearresteerd. Marina werd meegenomen naar het politiebureau in Rotterdam.
Albertus van Ingen, een katholiek leraar, trok de stoute schoenen aan en verzon een verhaal waarmee hij naar het politiebureau toog om zodoende Marina te redden. Op het bureau verklaarde hij de biologische vader van Marina te zijn en dat het geboortebewijs van ?zijn? dochter, die in december 1938 in London werd geboren, was verbrand toen zijn huis, door het bombardement op Rotterdam werd verwoest.
Kennelijk Had Albertus een eerlijke uitstraling. De SS-officieren geloofden zijn verhaal en Marina werd vrijgelaten, waarna zij vervolgens tot de bevrijding bij vrienden van haar grootouders verbleef. Na de bevrijding werd Marina weer verenigd met haar ouders.
In 1948, nadat Albertus van Ingen was gescheiden van zijn vrouw Catharina Maria de Vries, trouwde hij met Marianne Juliana (Mimi) Poons .
Op 1 januari 1981 werd Albertus Cornelis van Ingen door Yad Vashem erkend als een der rechtvaardigen onder de naties en werd zijn naam geschreven op de Wall of Honor. |