| Huwelijk Het jaar een duizend acht honderd vier-en-twintig, den zevenden der maand November om elf ure des morgens zijn voor ons Schout, beambte van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noord-Braband, en in tegenwoordigheid 1e Hermanus Jacobus Tieman van beroep schoenmaker oud dertig jaren, wonende te Lith, 2e Piet van der Pas van beroep Smit oud vier en veertig jaren, wonende te Lith, 3e Wouter van den Bogaerd van beroep Kuiper oud acht en veertig jaren, wonende te Lith, 4e Jan Geert van Heck van beroep Timmerman oud vijftig jaren, wonende te Lith, verklarende te zijn geene bloedverwant der contracterende partij eene of andere zijde, als zijnde geheel vreemd, verschenen Johannes van Maeren van beroep kleermaker geboren te Lith oud negen en veertig jaren, wonende te Lith provincie Noord Braband meerderjarige zoon van Joannes van Maeren [doorhaling] en van Geertrui van Ude beiden overleden [doorhaling] ter eenre, en Geertrui van Ingen van beroep Naaister geboren te Lith oud acht en dertig jaren, wonende te Lith Provincie Noord Braband meerderjarige dochter van Johannes van Ingen [doorhaling] en van Anna Maria Roes beiden overleden [doorhaling] ter andere welke ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk overtegaan, daaraan voldoende, hebben wij overeenkomstig de Wet, voorlezing gedaan van de stukken hierna genoemd en door de wederzijdsche partijen overlegd, te weten:
1e Van de akte van geboorte van Johannes van Maeren Bruidegom, waaruit blijkt dat hij gedoopt is den vierden der maand September een duizend zeven honderd en vijf en twintig te Lith provincie Noord Braband
2e Van de akte van geboorte van Geertrui van Ingen Bruid, waaruit blijkt dat zij gedoopt is den vierden der maand Augustus een duizend zeven honderd en zes en tachtig te Lith provincie Noord Braband
3e De akte van afkondiging van trouwbelofte tusschen de aanstaande Echtgenooten, gedaan voor de buitendeur van het gemeentes-huis alhier, de eerste op zondag den vier en twintigsten oktober een duizend acht honderd vier en twintig en de tweede op zondag den een en dertigste een duizend acht honderd vier en twintig [nieuwe pagina] [doorhalingen]
4e van een dood extract waaruit blijkt, dat Helena Krielen geweze echtgenoot van den bruidegom te Lith overleden is.
5e Van zes dood extracten waaruit blijkt, dat de ouders midsgaders de Grootouders zoo Paternel als Maternel van den bruidegom te Lith overleden zijn.
6e Van zes dood extracten waaruit blijkt dat de ouders midsgaders de Grootouders zoo Paternel als Maternel van de bruid te Lith en Oyen respectievelijk overleden zijn.
En eindelijk van het zesde hoofdstuk van den titel van het Huwelijk van het Burgerlijk Wetboek, handelende van de regten en pligten der Echtgenooten onderling.
Waarvan wij Schout, beambte van den Burgerlijken Stand bovengenoemd, aan den Bruidegom en aan de Bruid gevraagd hebben of zij elkander tot Man en Vrouw willen nemen, en ieder van hun afzonderlijk en bevestigend geantwoord hebbende, hebben wij in naam der Wet verklaard, dat de personen van Johannes van Maeren en van Geertrui van Ingen bovengenoemd, door het Huwelijk zijn verenigd.
Van al hetwelk wij deze akte hebben opgemaakt, en na daarvan voorlezing te hebben gedaan aan de partijen en getuigen, hebben dezelve met ons geteekend uitgenomen Geertrui van Ingen welke verklaarde niet te kunnen schrijven.
|
| Overlijden Gertrudis van Ingen In het jaar een duizend acht honderd een en zestig, den Vijftienden der maand Januarij zijn voor ons, Willem van Kroy [?] Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen Petrus van Lith oud zeven en vijftig jaren, van beroep landbouwer wonende te Lith, geen bloedverwant en Theodorus van Uden oud een en veertig jaren, van beroep metselaar wonende te Lith mede geen bloedverwant van de overledene, die verklaarden aangifte te doen, dat op den veertienden der maand Januarij een duizend acht honderd een en zestig, om zeven ure des voormiddags binnen deze gemeente overleden is Geertruij van Ingen weduwe van Johannes van Maeren oud vier en zeventig jaren, van beroep geen, wonende en geboren alhier, dochter van de echtelieden Johannes van Ingen en Anna Maria Roes, beiden overleden.
En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen.
|