Documenten
|
| Geboorteacte Johannes van Ingen In het jaar een duizend acht honderd een en zeventig, den twaalfden der maand Juli is voor ons Antoon van Oss Wethouder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen; Jan van Ingen oud een en veertig jaren, van beroep arbeider wonende te Lith, die verklaarde aangifte te doen, dat zijne echtgenoote Anna van Erp zonder beroep wonende alhier op den elfden der maand Juli, een duizend acht honderd een en zeventig, om zes ure des namiddags, in hunne woning staande alhier aan de Varkensmarkt A numero negen en vijftig bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht; aan welk kind wordt gegeven de voornaam van Johannes.
Deze aangifte is gedaan in tegenwoordigheid van Nicolaas van den Boogaard, oud acht en zestig jaren, van beroep geen en Johannes Theodorus [onleesbaar] oud vier en vijftig jaren, van beroep veehouder beiden wonende binnen deze gemeente.
En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan den verschenen persoon en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen. |
| Militie Ook Johannes moest zich melden voor de nationale militie. Hij had echter, evenals zijn broer, geluk. Hij werd vrijgesteld wegens broederdienst. |
| Huwelijk pag. 1 In het jaar achttien honderd acht en negentig, den twintigsten Januari zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, provincie Noordbrabant, in het openbaar, in het gemeentehuis, in tegenwoordigheid van:
1e. Hendrikus van Kessel oud twee en dertig jaren van beroep slager wonende te Lith;
2e. Johannes Voorhuizen oud vier en twintig jaren van beroep schipper wonende te Lith
3e. Adrianus de Groot oud twee en vijftig jaren van beroep schipper wonende te Oss
4e. Adrianus Boudewijns oud veertig jaren van beroep baggerman, wonende te Lith, zwager des bruidegoms verschenen:
ten eenre Johannes van Ingen oud zesentwintig jaren, geboren te Lith van beroep schipper wonende te Lith meerderjarige zoon van wijlen de echtelieden Jan van Ingen en Anna van Erp
en ter andere zijde Johanna Maria Jacobs oud zes en twintig jaren, geboren te Lith meerderjarige dochter van de echtelieden Simon Jacobs overleden en Petronella van Ravenstein zonder beroep wonende te Lith,
welke comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan hebbende de afkondigingen plaats gehad te ’s-Hertogenbosch en binnen deze gemeente.
De moeder der bruid alhier tegenwoordig verklaart hare toestemming tot dit huwelijk te verleenen |
| Huwelijk pag. 2 en tot welk einde zij verder aan ons hebben overlegd de stukken genoemd zijnde:
De geboorte acten van ieder der aanstaande echtgenooten.
De acten van overlijden van den vader en de moeder der bruidegom alsmede die van den vader der bruid.
Het bewijs dat de bruidegom aan zijne verplichting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft.
Het bewijs dat de huwelijks afkondigingen in de gemeente ’s-Hertogenbosch zonder stuiting zijn afgelopen.
De aanstaande echtgenoten hebben ten overstaan van ons en in tegenwoordigheid der genoemde getuigen verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn.
Na welke verklaring wij in naam der wet hebben verklaard: dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn.
Van al hetwelk wij dadelijk deze akte hebben opgemaakt en na gedane voorlezing geteekend met alle de verschenen personen.
|
| Overlijden Johannes van Ingen Heden dertig November negenhonderd acht en veertig verscheen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Alem. Maren en Kessel: Hamelers Anna Maria oud zeven en twintig jaren, zonder beroep wonende te Alem die verklaarde, daarvan uit eigen wetenschap kennis dragende, dat op negen en twintig November deze jaars, te zestien uur vijftien minuten in deze gemeente is overleden van Ingen Johannes echtgenoot van Jacobs Johanna Maria oud zevenen zeventig jaren, zonder beroep geboren te Lith en wonende te Alem, Maren en Kessel, zoon van, van Ingen Jan en van, van Erp Anna beiden overleden.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
|