Documenten
|
| Geboorte Arnoldus van Ingen Het jaar achttien honderd zeven en veertig, den zestienden Maart, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, verschenen Cornelis van Tuil, arbeider, oud zes en veertig jaren, wonende te Alphen; dewelke ons heeft verklaard, dat op den dertienden dezer maand, ten zes ure des avonds, te Alphen, is geboren een kind van het mannelijk geslacht van Johannes van Ingen, Schipper, oud acht en twintig jaren, thans door afwezigheid buiten Staat deze verklaring persoonlijk te doen en van Grada van den Hurk, Ehelieden, wonende te Alphen; gevende comparant te kennen bij de geboorte te hebben geadsisteerd; en aan welk kind heeft verklaard den voornaam te geven van Arnoldus.
De gezegde verklaring geschiedt in tegenwoordigheid van Antoon Blenxkens, arbeider, wonende te Appeltern, oud vier en veertig jaren, en van Jan Melsen, insgelijks arbeider [...], wonende te Appeltern, oud zeven en veertig jaren.
Na gedane voorlezing van de tegenwoordige Geboorte-Akte aan den deklarant en aan de getuigen, hebben zij ons allen verklaard, als in het schrijven onervaren zijnde, hunnen naam niet te kunnen teekenen, terwijl wij dezelve hebben geteekend. |
| Nationale Militie De minister van staat, staadsraad, commissaris des Konings in de provincie Gelderland verklaart, dat
Arnoldus van Ingen
Geboren te Appeltern, den 13 maart 1847
Wonende te Appeltern
Van beroep schipper
Zoon van Johannes,
en van Grada van den Hurk, beiden
wonende te Appeltern
in het inschrijvingsregister van de gemeente Appeltern
van het jaar 1866, voor de ligting van het jaar 1867, is ingeschreven:
dat hem bij loting is ten deel gevallen No. 30; dat hij op den 9 Mei 1867 is ingelijfd en, uit hoffde van expiratie van dienst, op den 8 mei 1872 uit de dienst is ontslagen
Gegeven te Arnhem, den 2 Augustus 1979. |
| Huwelijk Het jaar achttienhonderd negen en zeventig, den vijfden September, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, in het Gemeentehuis, in tegenwoordigheid van
1o. Geurt Veenendaal, gemeente-veldwachter, oud vier en dertig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
2o. Gerhardus Reinders, gemeente-veldwachter, oud vijf en dertig jaren, wonende te Alphen, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
3o. Coenradus van Kraaij, dienstknecht, oud acht en twintig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende des bruidegoms;
4o. Willem van Avezaath, ijzersmid, oud vier en dertig jaren, wonende te Maasbommel, die gezegd heeft te zijn bekende der bruid;
verschenen: ten eenre Arnoldus van Ingen, jongman, schipper, oud twee en dertig jaren, wonende te Alphen binnen deze gemeente meerderjarige zoon van Johannes van Ingen, schipper en van Grada van den Hurk, zonder beroep, wonende te Alphen voormeld, en ter andere zijde Maria Hendrica van Tuil, jongedochter, zonder beroep, oud een en veertig jaren, wonende te Alphen voormeld, meerderjarige dochter van Cornelis van Tuil, arbeider[...], wonende te Alphen meergemeld, en van Antonia Hol overleden
die ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe aan ons ter hand stellende:
1o. de akte van geboorte van den bruidegom voornoemd, waaruit blijkt, dat hij geboren is den dertienden Maart een duizend achthonderd zeven en veertig te Alphen;
2o. de akte van geboorte van de bruid voornoemd, waaruit blijkt, dat zij geboren is den achtsten September een duizend achthonderd zeven en dertig te Alphen
3o. Certificaat van Zijne Excellentie den Heere Minister van Staat, Staatsraad, Commissaris des Konings in deze provincie, constaterende dat de bruidegom aan zijne verplichtingen ten aanzien der nationale militie heeft voldaan; Hebbende de afkondigingen van dit voorgenomen huwelijk binnen deze gemeente op zondagen den vier en twintigsten en een en dertigsten Augustus dezes jaars zonder stuiting plaats gehad.
Eindelijk nadat én bruidegom én bruid, aan ons, in tegenwoordigheid der bovengemelde getuigen, hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard, dat Arnoldus van Ingen en Maria Hendrica van Tuil door den echt zijn vereenigd.
Van al hetwelk wij deze akte hebben opgemaakt, welke wij, na gedane voorlezing, en nadat de bruid had verklaard als in het schrijven onervaren zijnde haren naam niet te kunnen teekenen met den bruidegom en gezegde vier getuigen hebben geteekend. |
| Overlijden Arnoldus van Ingen Heden, den vijftienden Januari negentienhonderd twaalf, verschenen voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Appeltern: Gerard van Lent, oud vierendertig jaren, van beroep winkelier, wonende te Alphen, Johannes Petrus van der Landen oud zevenendertig jaren, grof- en hoefsmid wonende te Maasbommel, die verklaarden, dat op veertienden Januari dezes Jaars des middags twaalf uur, in deze gemeente is overleden: Arnoldus van Ingen, Echtgenoot van Maria Hendrica van Tuil, rivierschipper, oud vierenzestig jaren van beroep rivierschipper, geboren en wonende te Alphen zoon van de overleden echtelieden Johannes van Ingen en Grada van den Hurk.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. |