| Documenten
|
 | Geboorte Elisabet van Ingen
Het jaar een duizend acht honderd negen-en-twintig, den Acht en twintigsten der maand september om vijf ure des namiddags verscheen voor ons Burgemeester, beambte van den Brgerlijken Stand, der gemeente Lith provincie Noord-Braband, Willem van Ingen van beroep Arbeider oud zeven en dertig jaren, wonende te Lith, dewelke ons heeft vertoond een kind van het vrouwlijk geslacht, geboren op maandag den acht en twintigsten der maand september duizend acht honderd en negen en twintig om vier ure des namiddags; van Willem van Ingen van beroep Arbeider oud zeven en dertig jaren, wonende te Lith Wijk A no.62 en van Emerentiana van Heck zijne huisvrouw, oud drie en dertig jaren, mede wonende te Lith en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven den voornaam van Elisabet.
Welke verklaring en vertooning zijn geschied in bijwezen van Lambertus Schouten van beroep Landbouwer oud zestig jaren, en van Johannes van Sonsbeek van beroep Landbouwer oud acht en twintig jaren, beiden alhier woonachtig; en hebben, nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, dezelve met ons geteekend. |
 | Huwelijk
Het jaar een duizend acht honderd een-en-vijftig, den negentienden der maand Februarij zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, in het huis dezer gemeente, in het openbaar verschenen Bart van Kraaij, ongehuwd, geboren te Maasbommel oud dertig jaren, van beroep dienstknecht wonende te Maasbommel provincie Gelderland, meerderjarige zoon van Koen van Kraaij, overleden en van Elisabeth Pansier, arbeidster, wonende mede te Maasbommel, bruidegom, ten eene; en Elisabet van Ingen, ongehuwd, geboren te Lith oud ruim twintig jaren, van beroep geen, wonende te Lith provincie Noord-Brabant, minderjarige dochter van Willem van Ingen, landbouwer en van Emerentiana van Heck, zonder beroep, beiden alhier wonende, Bruid, ter andere zijde; welke ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk overtegaan, daartoe overleggende:
1e. Een certificaat afgegeven den drie en twintigsten januarij laatstleden door den Heer Minister van Staat, Commissaris des Konings in Gelderland, waaruit blijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie voldaan heeft.
2e. De akte van geboorte van den Bruidegom voornoemd, waaruit blijkt dat hij is geboren den tweeden der maand Februarij een duizend acht honderd een en twintig te Maasbommel gemeld, gemeente Appeltern.
3e. De akte van geboorte van de Bruid voornoemd, waaruit blijkt dat zij is geboren den achtentwintigsten der maand September een duizend acht honderd negen en twintig te Lith gezegd.
4e. De bewijzen der gedane afkondigingen van dit huwelijk tusschen de aanstaande Echt-genooten, des voormidags ten elf uren, voor de buitendeur van het gemeentes-huis alhier, de eerste op Zondag den tweeden der maand Februarij een duizend acht honderd een en vijftig, en den tweede op Zondag den negenden der maand Februarij een duizend acht honderd een en vijftig, zonder dat daar tegen eenige stuiting heeft plaats gehad.
5e. De verklaring van den Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Appeltern, provincie Gelderland, dat dezes huwelijks-afkondigingen aldaar op Zondagen den tweeden en negenden dezer maand hebben plaats gehad zonder dat daartegen stuiting is beteekend geworden.
6e. Mondelinge toestemming tot het aangaan van dit huwelijk van Willem van Ingen en Emerentiana van heck, ouders der Bruid, beiden bij het verlijden dezer tegenwoordig.
Dientengevolge en na dat de Bruidegom en Bruid, elk afzonderlijk, aan ons, in tegenwoordigheid der natemelden getuigen, hadden verklaard: dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der Wet, verklaard, dat de personen van Bart van Kraaij en Elisabet van Ingen bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn.
Voorts hebben wij de hiervoren gemelde aan ons ter hand gestelde stukken gehecht aan het een dubbel van dit huwelijks-register, dat bestemd is om ter griffie der Arrondissements-regtbank te worden overgebragt.
Al hetwelk is gedaan en daarvan door ons dadelijk deze akte opgemaakt en in beide dubbelen van het huwelijks-register dezer gemeente ingeschreven, in tegenwoordigheid:
1e. Van Jan (Geert) van Heck oud zeventig jaren, van beroep timmerman wonende te Lith.
2e. Van Peter Schouten oud vier en veertig jaren, van beroep landbouwer wonende te Lith.
3e. Van Aart van Zoest oud zestig jaren, van beroep Schipper wonende te Lith.
4e. Van Henricus Klerks oud vijf en dertig jaren, van beroep veldwachter wonende te lith,
Allen als getuigen daartoe door de echtgenooten zelve gekozen, verklarende de vier getuigen te zijn geen aanverwanten doch goede kennissen van partijen echtgenooten.
En hebben wij, na gedane voorlezing, deze akte geteekend met de comparante ter andere zijde, derzelve vader en de getuigen, hebbende de comparant ter eene zijde en de moeder der bruid niet geteekend uit hoofde de eerste verklaarde niet geleerd hebbende en de laatste door slecht gezigd niet te kunnen schrijven. |
 | Overlijden Elisabet van Ingen
Het jaar achttien honderd vijf en vijftig, den zesden November, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Appeltern, Provicie Gelderland, verschenen Bart van Kraaij, arbeider, oud vijf en dertig jaren, wonende te Maasbommel, die zich heeft opgegeven te zijn Echtgenoot van de overledene; en Thomas van Woezik, Secretaris, oud vier en veertig jaren, wonende te Appeltern, die zich heeft opgegeven te zijn behuwd-oom van de overledene; die ons hebben verklaard, dat Elizabeth van Ingen, arbeidster, Echtgenoote van genoemden Bart van Kraaij, dochter van Willem van Ingen, overleden en van Emerentiana van Heck, arbeidster, wonende te Lith, oud zeven en twintig jaren, geboren te Lith in Noordbrabant laatstelijk gewoond hebbende te Maasbommel, is overleden den vijfden November achttien honderd vijf en vijftig, te Maasbommel voormeld, des nachts ten half twaalf ure.
Na gedane voorlezing van de tegenwoordige Dood-Akte aan de deklaranten, heeft den eersten verklaard, als in het schrijven onervaren te zijnde, zijnen naam niet te kunnen teekenen; terwijl den tweeden dezelve met ons heeft geteekend. |
1829 - 1855 (26 jaar)
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld