Documenten
|
| Geboorte Jan van Ingen Het jaar een duizend acht honderd dertig, den Tweeden der maand Julij om tien ure des morgens verscheen voor ons Burgemeester, beambte van den Burgerlijken Stand, der gemeente Lith provincie Noord-Braband, Antoon van Ingen van beroep Arbeider oud veertig jaren, wonende te Lith, dewelke ons heeft vertoond een Kind van het manlijk geslacht, geboren op donderdag den Eersten der maand Julij duizend acht honderd en dertig om acht ure des morgens; van Antoon van Ingen van beroep Arbeider oud veertig jaren, wonende te Lith Wijk C no. 157 en van Petronella van Nunen zijne huisvrouw, oud dertig jaren, mede wonende te Lith en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven den voornaam van Jan.
Welke verklaring en vertooning zijn geschied in bijwezen van Lambertus Schouten van beroep Landbouwer oud een en zestig jaren, en van Johannes van Sonsbeek van beroep landbouwer oud negen en twintig jaren, beiden alhier woonachtig; en hebben, nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, dezelve met ons geteekend uitgenomen Antoon van Ingen welke niet heeft geteekend uithoofde hij verklaarde niet te kunnen schryven. |
| Huwelijk In het jaar en duizend acht honderd zeven en vijftig, den twaalfden dag der maand Mei zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, in het huis dezer gemeente, in het openbaar verschenen Jan van Ingen, jongman, oud zes en twintig jaren, van beroep arbeider wonende te Lith provincie voornoemd, meerderjarige zoon van Antoon van Ingen, overleden, en van Petronella van Nunen, zonder beroep, alhier woonachtig, bruidegom ter eenre, en Anna van Erp, jongedochter oud vijf en twintig jaren, van beroep geen wonende te Lith provincie meergenoemd, meerderjarige dochter van Piet van Erp, zonder beroep, wonende alhier, en van Maria van den Elzen, overleden, bruid ter andere zijde, welke ons verzocht hebben, tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende:
1e. Een certificaat, afgegeven den negenden April laatstleden door den Heer Commissaris des Konings in de provincie Noordbrabant waaruit blijkt, dat de bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der nationale militie voldaan heeft.
2e. De akte van geboorte van den bruidegom voornoemd, waaruit blijkt dat hij is geboren den eersten der maand July een duizend acht honderd en dertig te Lith gemeld.
3e. De akte van geboorte van de bruid voornoemd, waaruit blijkt, dat zij is geboren den eersten der maand November een duizend acht honderd en een en dertig te Lith, meergenoemd.
4e. De bewijzen, dat de afkondigingen van het voornemen der aanstaande echtgenooten, om met elkander in het huwelijk te treden, des voormiddags ten elf ure, voor de buitendeur van het gemeentehuis alhier zijn geschied: de eerste op Zondag, den zes en twintigsten der maand April een duizend acht honderd zeven en vijftig en de tweede op Zondag, den derden der maand Mei daaraanvolgende, zonder dat daartegen eenige stuiting heeft plaatsgehad [nieuwe pagina].
5e. Twee dood extracten, waaruit blijkt dat de vader van den bruidegom, Antoon van Ingen, en de moeder van de bruid, Maria van den Elzen, zijn overleden.
6e. Mondelinge toestemming tot het aangaan van dit huwelijk van :
a. Petronella van Nunen, moeder des bruidegoms, en
b. Piet van Erp, vader der bruid, beiden bij het verlijden dezes tegenwoordig.
7e. Schriftelijke permissie tot het aangaan van een huwelijk aan den bruidegom verleend door den kolonel kommandant van het eerste regiment infanterie.
Dientengevolge, en nadat de bruidegom en bruid, elk afzonderlijk, aan ons, in tegenwoordigheid der na te melden getuigen hadden verklaard: dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk al de pligten vervullen zullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet, verklaard, dat de personen van
Jan van Ingen en Anna van Erp
Bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn.
Voorts hebben wij de hiervoren gemelde aan ons ter hand gestelde stukken gehecht aan het een dubbel van dit huwelijksregister, dat bestemd is, om ter griffie der arrondissements-regtbank te worden overgebragt.
Al hetgeen is gedaan en daarvan door ons dadelijk deze akte opgemaakt en in beide dubbelen van het huwelijksregister dezer gemeente ingeschreven, in tegenwoordigheid van:
1e. Jan Arts, oud zeven en twintig jaren, van beroep schoenmaker, wonende te Lith;
2e. Antoon Arts, oud een en dertig jaren, van beroep schoenmaker, wonende te Lith;
3e Jan van Heck, oud zeven en twintig jaren, van beroep timmerman, wonende te Lith;
4e. Francis van Schaijk. Oud drie en twintig jaren, van beroep smidsknecht, wonende te Lith, verklarende de getuigen te zijn geene nabestaanden, doch goede kennissen van partijen echtgenooten.
En hebben wij, na gedane voorlezing, deze akte geteekend met de comparanten, de getuigen, hebbende de comparant ter andere zijde dezelver vader Piet van Erp en de moeder van de comparant ter eener Petronella van Nunen niet geteekend uit hoofde zij verklaarden alle drie niet te kunnen schrijven. |
| Overlijden Jan van Ingen In het jaar achttien honderd een en negentig, den tweeden der maand November zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen: Hendrikus Borneman oud veertig jaren, van beroep Zadelmaker wonende te Lith, schoonzoon en Hendrikus Schouten oud zevenenveertig jaren, van beroep Secretaris wonende te Lith, geen bloedverwant van den overledene, die verklaarde aangifte te doen, dat op den dertigsten der maand October achttien honderd een en negentig, om vijf ure des namiddags binnen deze gemeente overleden is Jan van Ingen, Weduwnaar van Anna van Erp, oud een en zestig jaren van beroep bouwman geboren en wonende te Lith.
En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen te zijn voorgelezen geteekend is door ons met hen. |