Documenten |
| Geboorte Antonia van Ingen In het jaar een duizend acht honderd zeven-en-veertig, den Achtsten dag der maand February, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Lith provincie Noord-Braband, verschenen Gerardus van Ingen van beroep visscher oud Een en vijftig jaren, wonende te Lith welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Johannes Schyvens van beroep Schoolonderwijzer oud negen en vyftig jaren, en Andreas van Erp vn beroep Geen oud drie en zeventig jaren, beide wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard dat Zijnde Huisvrouw Isabella Coolen oud drie en veertig jaren, van beroep Geen, wonende te Lith wijk D Nommer Twee honderd veertig, aldaar bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren op Zondag den Zevenden der maand February een duizend acht honderd zeven en veertig om Twee ure des Morgens, en aan dat kind te geven den voornaam van Antonia van welke verklaring wij de tegenwoordige Akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons en de getuigen, de comparant Gerardus van Ingen niet geteekend uithoofde hy verklaarde niet te kunnen schryven. |
| Overlijden Antonia van Ingen In het jaar een duizend acht honderd acht en zestig, den Tienden der maand November zijn voor ons Antoon van Oss Wethouder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen: Jan van den Boogaard, van beroep Kuiper, oud Twee en dertig jaren wonende te Lith geen aanverwant van de overledene en Hendricus Christiaans oud zes en vijftig jaren van beroep [onleesbaar] wonende te Lith geen aanverwant van de overledene, die verklaarden aangifte te doen, dat op den Achtsten der maand November een duizend acht honderd acht en zestig, om tien ure des Avonds binnen deze gemeente overleden is Antonia van Ingen, Ongehuwd, oud Een en twintig jaren, van beroep Geen wonende te Lith dochter van de Echtelieden Gerardus van Ingen van beroep visscher en Isabella Coolen, zonder beroep [onleesbaar] alhier wonende
En hebben wij hiervan deze akte, die, na aan de comparanten te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met de eerste der verschenenen, Hendricus Christiaans heeft niet geteekend hij verklaarde niet te kunnen schrijven. |