Documenten
Treffers 901 t/m 950 van 1,312 » Klikplaatjes-overzicht
| # | Klikplaatje | Beschrijving | Verbonden met |
|---|---|---|---|
| 901 |  | Militie 2 Jan was 1 el, 4 palmen, 6 duimen en 5 strepen groot. Dit was daadwerkelijk onder de maat. Het komt overeen met 1 meter en 46,5 centimeter. Verder staat bij zijn signalement, Aangezigt Rond Voorhoofd Plat Oogen Bruin Neus Klein Mond Gewoon Kin Spits Haar Lichtbruin Wenkbraauwen id Merkbare teekenen Geene | |
| 902 |  | Militie 2 Vrijgesteld voor 1 jaar een zijner twee broers gedesigneerd Vraag is wie die tweede broer was ???? Onder N. 3 26 maart 1852 | |
| 903 |  | Militie 2 Antonius werd door zijn voogd aangemeld bij de nationale Militie waarbij hij in deze registers werd ingeschreven. Zij beroep was toen schippersknecht. Hij kreeg echter, als enige wettige zoon, vrijstelling. | |
| 904 |  | Militie 2 Signalement : Groot 1 meter 62 Aangezicht Rond Voorhoofd Hoog Oogen Blauw Neus Gewoon Mond Id Kin Rond Haar Donker bruin Wenkbrouwen Id Merkbare Teekenen Geen | |
| 905 |  | Militie 2 Ook Leonardus moest zich laten inschrijven in de registers van de nationale militie. Hij kreeg echter vrijstelling wegens broederdienst. Uit dit deel van de inschrijving bleek dat Leonardus 1 meter 62 groot was. | |
| 906 |  | Militie 3 Kennelijk was Jan niet veel gegroeid in bijna twee jaar tijd. De eerstvolgende inschrijving in de militieregisters laten wederom een vrijstelling voor 1 jaar zien. Vrijgesteld voor 1 jaar onder de maat 13 februari 1851 | |
| 907 |  | Militie 4 De vraag blijft of Jan van Ingen in 1 jaar tijd zoveel gegroeid was dat hij wel in dienst kon, of dat de Militieraad het maar voor lief nam om een kleine Van Ingen in dienst te roepen. Op 12 februari 1852 werd Jan van Ingen ingelijfd. Gedesigneerd [ingelijfd] 12 februari 1852 | |
| 908 |  | Militie 5. Identieke gegevens als Militie 1 t/m 4 | |
| 909 |  | Militie 6 Identieke gegevens als Militie 1 t/m 4 | |
| 910 |  | Militie I Volgnummer : 5 Naam der ingeschreven : Ingen Geert van Datum van geboorte : 6 april 1796 Maat Voet : Duim : Streep : Personeel verblijf : Lith, Noord-Brabant, Oss, woont bij zijne moeder Naam van vader en moeder en woonplaats :Johannes, Roefs Maria, Lith Beroep van de ingeschrevene : Soldaat zijn vader : - zijn moeder : arbeidster Aanwijzing ten aanzien der ingeschrevene: heeft zich zelven tot de inschrijving aangemeld Aanmerkingen : Soldaat 2 | |
| 911 |  | Militie I nummer 55 De vader leeft nog en de moeder is dood. Men weet niet bij wie hij nu woont. De inlichtingen zijn gegeven door de vader. De loteling is sinds drie maanden weg. Men weet niet waar hij nu is. | |
| 912 |  | Militie I Het zal een hele teleurstelling zijn. Wil je graag bij de Nationale Militie, je gaat je ook nog vrijwillig melden en dan blijkt dat het uniform te groot is. Het zal je maar gebeuren. Voor Johannes was dit echter realiteit. Volgens de navolgende inschrijving in het militieregister werd Johannes van Ingen een jaar vrijgesteld omdat hij onder de maat was. Volgens de navolgende inschrijving was hij 1 el en 540 strepen groot, hetgeen overeenkomt met 1.54 meter. Geen formaat om een oorlog mee te winnen. Volgnummer 14 Nummer op het inschrijvingsregister 7 Naam Ingen Doopnaam Johannes van Geboren te Lith Provincie Noord-Brabant Militie-kanton Oss Tijd van geboorte Dag 22 Maand Maart Jaar 1816 Maat Ellen 1 Palmen Duimen Strepen 540 Verblijf van den ingeschrevene Gemeente Lith Provincie Noord-Brabant Militie-kanton Oss Opgave of hij bij deszelfs ouders woont Ja Naam van ouders Voornaam van de vader “ Naam van de moeder Ingen Voornaam van de moeder Henrica Woonplaats Lith Beroep Van de ingeschrevene arbeider Van den vader “ Van den moeder naaister Aanwijzing ten aanzien der ingeschrevene heeft zichzelf aangegeven Nummer bij de loting aan den ingeschrevene ten deel gevallen 31 Uitspraak van de Militieraad 1 jaar vrijstelling onder de maat | |
| 913 |  | Militie II Zelfde gegevens als Militie I Aanvulling beroep: Visscher | |
| 914 |  | Militie II 44 Simon van Ingen geboren acht maart 1789 zoon van Antonius van Ingen en Maria Anna Schol te Lith in het kanton Oss, departement Mondingen van de Rijn, geboren te Lith, kanton Oss, departement Mondingen van de Rijn haren : zwart voorhoofd : rond kin : rond wenkbrauwen : zwart neus : gemiddeld gezicht : rond ogen : zwart mond : gemiddeld kleur : gezond bijzondere kentekenen : een litteken op het linker dijbeen over de lengte van een voet en twee duimen diep verblijfplaats onbekend 1 tevoren dagloner; 2 dagloner | |
| 915 |  | Militie II Naam : Ingen Johannes van Geboren : Lith, Brabant canton Oss Geboortedatum : 22 maart 1856 Groot : 540 strepen [1 el staat niet vermeld] Aangezigt : Ovaal Voorhoofd : plat Oogen : grijs Neus : spits Mond : gewoon Kin : rond Haar : bruin Wenkbrouwen : id Merkbare teekenen : geene | |
| 916 |  | Militie III Zelfde gegevens als inschrijving I en II | |
| 917 |  | Militie III Zelfde gegevens als 1e inschrijving | |
| 918 |  | Militie IV Zelfde gegevens als inschrijving I t/m III | |
| 919 |  | Militie Register Het is niet bekend of Antoon daadwerkelijk in militaire dienst is geweest. Hij werd wel ingeschreven in de registers van de nationale militie. In de laatste kolom staat de tekst ?inschrijven Ja?. Antoon werd dus daadwerkelijk ingeschreven. Een tweede inschrijving waarin vermeld moet staan dat hij daadwerkelijk in dienst is geweest werd niet gevonden. | |
| 920 |  | Militie Thijs van Ingen/Militie 1.pdf | |
| 921 |  | Militie V Zelfde gegevens als inschrijvingen I t/m IV | |
| 922 |  | Militieregister 1 Zoals alle jongemannen werd Johannes van Ingen ingeschreven in de registers van de Nationale Militie. | |
| 923 |  | Militieregister 2 Zoals alle jongemannen werd Johannes van Ingen ingeschreven in de registers van de Nationale Militie. | |
| 924 |  | Militieregister. Uit de militieregisters bleek dat Johannes was vrijgeloot in verband met broederdienst | |
| 925 |  | Mondige consument Als men een stukje stof afgeeft om dit in het verre Den Bosch te laten verven en er gaat iets mis, eis je natuurlijk je geld terug. Dat was hetgeen Catharina gebeurde in november 1778. Dat een en ander op hoger niveau werd uitgevochten, blijkt wel uit een vermelding in de rechterlijke archieven van Lith. 26 julij 1780 Catharina van Ingen, eijsscher en aanleggerse op ende jegens Jacobus Bocken, gedaagdens ter andere sijde De eijsscherse en aanleggerse, dede seggen, dat in de maant van Nov: 1778 aan de huijsvrouw van den gede hadde ter hand gesteld, een witte fijne witte twee baanse voorschoot, om daar den gedaagden te ?s Bos te laten verven versoekende restitutie van de selver off twel de waarden dier. | |
| 926 |  | Nalatenschap Jan (Matthijs) van Ingen Na het overlijden van Jan Matthijs viel er kennelijk iets te verdelen. Zie hier de tekst uit de rechterlijke archieven van Lith met betrekking tot de erfenis. Het ging hier zelfs om de deling van de goederen van Matthijs van Ingen, de vader van Jan Matthijs. 02-12-1792 Rut Romeijnders en Wouter van Kessel als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Jan Mattys van Ingen en Annemie Smits, Wouter van Kessel in huwelijk hebbende Maria van Ingen, Johannes van Ingen en Toon van Ingen, alle wonende te Lith, zijn een erfscheiding en deling aangegaan van alle goederen, nagelaten door Mattys van Ingen. Het eerste lot verkrijgt Wouter van Kessel, in huwelijk hebbende Maria van Ingen: een huis met hof en erf aan de Kortwyk; te onderhouden 5 voet Maasdijk omtrent paal 25; te betalen de tijns, lands- dorps- en polderslasten, schouwen en kommeren, met gebruikelijke servituten van straten, stegen, wegen, waterlaten, zijlen en uitwegen. Het tweede lot verkrijgt Johannes van Ingen: twee parten in 10,25 hond in de Wortelen; 2,75 hond Koenjerscampke; 1,5 hond land genaamd Gyb Hymerscamp; te onderhouden twee parten in 7,5 voet Maasdijk aan de stoep van het huis van Wouter Balgooije; te betalen de tijns, lands- dorps- en polderslasten, schouwen en kommeren, met gebruikelijke servituten van straten, stegen, wegen, waterlaten, zijlen en uitwegen; te verkrijgen uit het derde lot 10 gulden en uit het vierde lot 10 gulden. Het derde lot verkrijgt Toon van Ingen: 4,5 hond Hoogland genoemd de Agterste Leegehoeve; 3 hond in de Viermergen; 1/3 in 7 hond land genoemd Spapenhoef; te onderhouden 3 voet Maasdijk; te betalen de tijns, lands- dorps- en polderslasten, schouwen en kommeren, met gebruikelijke servituten van straten, stegen, wegen, waterlaten, zijlen en uitwegen; te betalen 10 gulden aan de verkrijger van het tweede lot. Het vierde lot verkrijgen Jan Matijs van Ingen en Annemie Smits: 4 hond in de Agterste Engwykse Hoeve; 3 hond in de Voorste Ruevelenhoef; 3 hond op de Roubossen; te betalen 10 gulden aan de verkrijger van het tweede lot; te onderhouden 4 voet Maasdijk tussen paal 56 en 57; te betalen de tijns, lands- dorps- en polderslasten, schouwen en kommeren, met gebruikelijke servituten van straten, stegen, wegen, waterlaten, zijlen en uitwegen. Wouter van Kessel tekent met zijn naam, Toon en Johannes tekenen met staande kruizen. De nalatenschap bestaat naast het huis met de hof en het erf uit meer dan 24 hond land, dus meer dan 4 morgen land, dus meer dan ongeveer 4 hectare, afhankelijk van de omvang van de parten in de Wortelen (zie het tweede lot). | |
| 927 |  | Nalatenschap van Joannes van Ingen Na het overlijden van Johannes ging zijn erfenis natuurlijk naar de naaste familieleden. Een taxateur kwam er aan te pas om de waarde van deze erfenis vast te leggen. Hier volgt zijn verslag, 18-06-1801 [Bron RA Lith 143, f. 36-37] Tauxatie der vaste en onroerende goederen geleegen onder Lith nagelaaten en metter dood ontruijmt door Johannes Mattijs van Ingen alhier overleeden en begraaven den 22 Meij agtienhondert en één bestaande in het navolgende. onder Lith Een perceel weij en zaijland geleegen onder Lith in de Wortelen groot zeeven of zoo groot en klein geleegen ligt oost gemeen west met zuijd overige geerfden. noord is na behoorlijk onderzoek bij den geregte van Groot Lith getauxeert op eene zomma van drie honderd en vijftigh guldens. Dico ƒ 350 – 0 – 0 20 penning hiervan ƒ 17 – 10 – 0 Wijders verklaaren Wij Johan Eliza de Vrij Drossaard, N: van Sonsbeek, G: van Maaren B: de Kadt scheepenen, mitsgaaders Mr Dirk Luijcx van Breugel secretaris deeze tauxatie in alle opregtheid en na behoorlijk onderzoek gedaan te hebben, mitsgaaders d’eerste en laastgemelde op den eed bij den aanvang hunner bedieningen gedaan, en speciaalijk meede, dat wij in het doen derzelve stiptelijk agter volijd hebben de elfde ende veertiende articulen der ordonnantie in dato 24 december 1695. En beginnende met den 1 februarij 1696. Op het middel vanden 20 penning geëmaneert, en heeft Jan Antonie Mattijs van Ingen als broeder en meede erfgenaam van den overleedene verklaart, in conformiteit van den 17 articul relatief tot den eerste articul van de ordonnantie van de collateraale successie in dato als boven onder solemneele eede aan handen van den officier, dat geene goederen, zo leenen, als die in erfpagt gehouden worden, als eigen thienden, chijnsen, erfpagtingen, custingen en Bijlbrieven gehijpothequeerde renten, item obligatien losen lijfrenten loopende tot laste van de generaliteitscomptoiren, ofte van eenige quartieren, steeden, dorpen, polders, godshuijzen, banken van leening, of eenigerhande corpora ofte gemeenschappen onder het district van de stad en meijere van ’s Bosch, mitsgaaders de geheele generaliteit geleegen, voorsz overleedene gecompeteert hebbende, en den 20 penning volgens gemelde ordonnantie subject van deeze lijst ofte memorie zijne nagelaaten in ’t geheel of ten deele direct of indirect, zoo waarlijk mogt hem God almagtig helpen! en hebben wij de minute ter prothocolle beneevens de comparant beteekent op heeden den agtien Junij agtienhonderd en één binnen Groot Lith. + Dit is ’t merk van Antonie van Ingen testis secretaris. B: de Kadt JE de Vrij Drossard N: van Sonsbeek G: van Maaren mij praesent D:Luijcx van Breugel secrets | |
| 928 |  | Nationale Militie Ook als zoon van een schipper moet je er aan geloven. De dienstplicht, daaraan ontkom je niet. De gegevens van Johannes Leonardus van Ingen werden niet gevonden in de Militie Registers. Johannes bleek wel in dienst te zijn geweest, getuige het certificaat, afgegeven door de Commissaris des Konings in het hertogdom Limburg | |
| 929 |  | Nationale Militie Antonius had geluk, zoals alle jongemannen werd hij ingeschreven in de registers van de Nationale Militie. In zijn geval voor de ligting 1886. Hij kreeg bij de loting nummer 6 toegewezen. Dit nummer bleef echter buiten oproeping zodat Antonius niet tot de militaire dienst verplicht was. | |
| 930 |  | Nationale Militie De minister van staat, staadsraad, commissaris des Konings in de provincie Gelderland verklaart, dat Arnoldus van Ingen Geboren te Appeltern, den 13 maart 1847 Wonende te Appeltern Van beroep schipper Zoon van Johannes, en van Grada van den Hurk, beiden wonende te Appeltern in het inschrijvingsregister van de gemeente Appeltern van het jaar 1866, voor de ligting van het jaar 1867, is ingeschreven: dat hem bij loting is ten deel gevallen No. 30; dat hij op den 9 Mei 1867 is ingelijfd en, uit hoffde van expiratie van dienst, op den 8 mei 1872 uit de dienst is ontslagen Gegeven te Arnhem, den 2 Augustus 1979. | |
| 931 |  | Nationale Militie Ook Johannes ontkwam niet aan de NationaleMilitie. Hoewel met betrekking tot zijn broer Martinus van Ingen geen gegevens waren te vinden over zijn dienstplicht is hij kennelijkwel in dienst geweest. Johannes werd namelijk vrijgesteld voor de dient in verband met broederdienst. Een broer was hem dus voorgegaan en in dit geval kan dit alleen maar Martinus zijn geweest. | |
| 932 |  | Nationale militie 1 Zoals bekend kunnen wij uit deze registers een klein deel van zijn signalement vinden. Martinus was 1 meter 75 centimeter en 6 millimeter groot 2. Aangezicht ovaal 3. Voorhoofd rond 4. Oogen grijs 5. Neus groot 6. Mond gewoon 7. Kin rond 8. Haar bruin 9. Wenkbrauwen Id. | |
| 933 |  | Nationale militie 2 Op 2 mei 1892 ging Martinus in dienst en werd ingedeeld bij het 2e regiment Infanterie. Op 15 juli 1893 ging Martinus met groot verlof, hij had zijn diensttijd er op zitten. (Gepasporteerd = heeft aan dienstplicht voldaan) | |
| 934 |  | NN van Ingen Het Jaar een duizend acht honderd vier-en-dertig, den dertienden der maand October om Elf ure des morgens verscheen voor ons Burgemeester, beambte van den Burgerlijken Stand, der gemeente Lith, provincie Noord-Braband, Mathijs van Ingen, van beroep Visscher oud acht en dertig jaren, [doorhalingen] en Johannes van Sonsbeek van beroep Landbouwer oud twee en dertig jaren, [doorhalingen], beide wonende binnen deze gemeente, welke [ons doorhaling] hebben [doorhaling] vertoond een dood kind van het vrouwelijk geslacht [doorhalingen] van Mathijs van Ingen van beroep Visscher wonende te Lith en van Maria van Woesik [doorhalingen] Geboren [doorhalingen] binnen deze gemeente, op Zondag den twaalfden der maand October laatstleden om Elf ure des avonds; en hebben, nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, dezelve met ons geteekend uitgenomen Mathijs van Ingen welke niet heeft geteekend uit hoofde hij verklaarde niet te kunnen schrijven. | |
| 935 |  | NN van Ingen Op heden den derden October achttien honderd twee en zestig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der stad Utrecht, in het Huis der Gemeente verschenen: Johannes Elsendoorn, aanspreker, oud drieenvijftig jaren en Jan Smit Thabing, stadsbode, oud vierenvijftig jaren wonende beide alhier, die als levenloos aangegeven hebben een kind van het vrouwelijk geslacht van Johanna Kamps huisvrouw van Johannes van Ingen, schipper, wonende te Gennip, alhier op zijn vaartuig, liggende aan de Kranekade C en genaamd Elisabeth, op den dertigsten de vorige maand des avonds ten acht ure is bevallen. | |
| 936 |  | NN van Ingen Op 17 maart 1872 werd in het gezin van Matthijs van Ingen en Neeltje Nieuwland een kind dood geboren. In het jaar en duizend acht honderd twee en zeventig, den achttiende der maand Maart zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Puttershoek, Provincie Zuid Holland, verschenen: Matthijs van Ingen oudvier en vertig jaren, arbeider als vader en Jacob Koster oud acht en dertig jaren, schepper als vriend beide wonende alhier, welke ons verklaard hebben, dat op den zeventienden dezer maand des nachts ten een uren, in het huis numero 107 [doorhaling] is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, dochter van den eersten decla [doorhaling] rant en zijne huisvrouw Neeltje Nieuwland zon [doorhaling] der beroep wonende te Puttershoek doch hetwelk ons als levenloos is aangegeven. En is deze akte, nadat dezelve den declaranten was voorgelezen, nevens ons en de tweede declarant onderteekend verklaart de eerste niet te kunnen schrijven. | |
| 937 |  | Ondertrouw Vóór het huwelijk moest men in ondertrouw. Dit gebeurde op 31 oktober 1819 Op heden Zondag den een en dertigste van de Maand October des Jaars een duizend acht honderd en negentien, te elf ure des voormiddags, hebben wy Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat der Gemeente van Lith provincie Noord-Braband, voor de eerste reis afgekondigd voor de principale deur van het Gemeentes Huis alhier, dat er Trouwbelofte bestaat tusschen Mathijs van Ingen visscher oud vijf en twintig jaren geboren en wonende te Lith meerderjarige zoon van Johannes van Ingen en Maria Roefs overleden. En Maria van Woesik dienstmeid oud negen en twintig jaren geboren te Maasbommel en wonende te Lith dochter van Johannes van Woesik en van Barbara van Leeuwen, van welke Publicatie wy deze acte hebben opgemaakt, waarvan extract zal worden en blyven aangeplakt op de buitendeur van het Gemeentes Huis gedurende den tyd by de Wet bepaald, en hebben geteekend. De Burgemeester, Beämbte van den Burgerlyken Staat | |
| 938 |  | Ondertrouw In het jaar een duizend acht honderd zes-en-twintig, Zondag den zestienden der maand April om elf ure, des middags. Hebben wij Burgemeester, beambte van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith provincie Noord-Braband, voor de Eerste maal afgekondigd voor de buitendeur van het gemeentes-huis alhier, dat er trouw-belofte bestaat tusschen Geert van Ingen van beroep visscher oud dertig jaren, geboren te Lith wonende te Lith, meerderjarige Zoon van Johannes van Ingen [doorhaling] en van Maria Roefs beiden overleden [doorhaling], hebbende voldaan aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie, blijkens certificaat, afgegeven door den Heer Gouverneur der provincie Noord-Braband den vijftienden April 1829, en Isabel Colen geboren te Lithoijen van beroep dienstmeid oud een en twintig jaren, wonende te Lith, meerderjarige Dochter van Lambertus Colen overleden [doorhaling] en van Maria de Louw arbeidster wonende te Lithoijen. Welke bekendmaking met luider en verstaanbare stemme gelezen zijnde, dadelijk door ons aan de buitendeur van het gemeentes-huis is aangeplakt, waar van akte. | |
| 939 |  | Ondertrouw In het Jaar een duizend acht honderd zes-en-twintig, Zondag den Twaalfden der maand November om twaalf ure, des middags, hebben wij Burgemeester Beambte van den Burgerlijken Stand der gemeente Woudrichem provincie Noord-Braband, voor de Eerste maal afgekondigd voor de buitendeur van het gemeentes-huis alhier, dat er trouwbelofte bestaat tusschen Simon van Ingen Jongman van beroep Brigadier der Kon. Marechaussee oud zeven en dertig jaren, geboren te Lith wonende te Woudrichem, Meerderjarige Zoon van Antony van Ingen (overleden) van beroep ----wonende te -----en van Maria Anna Schol (overleden) wonende te ?., hebbende voldaan aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie, blijkens certificaat, afgegeven door den Heere Gouverneur der provincie ------ den ------ 182---, en Anna Maria Krielaart Jongedochter geboren te Woudrichem van beroep naister [sic] oud twintig jaren, wonende te Woudrichem Minderjarige Dochter van Livinus Gerardus Krielaart (overleden) van beroep ----- wonende te ----- en van Willemina Donkers zonder beroep wonende te Woudrichem. Welke bekendmaking met luider en verstaanbare stemme gelezen zijnde, dadelijk door ons aan de buitendeur van het gemeentes-huis is aangeplakt, waarvan akte, | |
| 940 |  | Ondertrouw Het jaar achttien honderd een en vijftig, den dertigsten October, is aan ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Appeltern, provincie Gelderland, persoonlijk aangifte gedaan van het voornemen om met elkander een wettig huwelijk aan te gaan, door Johannes van Ingen, schipper, oud vijf en dertig jaren, wonende te Lith, Provincie Noord-brabant en Elizabet Timmermans, zonder beroep, oud zes en twintig jaren, wonende te Maasbommel, binnen deze gemeente. Van welke aangifte wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand voornoemd, deze akte hebben opgemaakt en na gedane voorlezing, met voornoemde partijen geteekend. | |
| 941 |  | Ondertrouw In het jaar achttien honderd vijf en vijftig, Zondag den vijftienden april, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Gennep, Hertogdom Limburg, voor het Gemeente-huis, ten elf ure, des morgens, doen publiceren, voor de eerste maal, dat bij ons aangifte gedaan is van het voornemen, om met elkander een wettig huwelijk aan te gaan, door 1e. Johannes van Ingen, oud negen en dertig jaren weduwnaar van Elisabeth Timmermans, van beroep schipper, zijne verblijf houdende aan boord van zijn schip, thans alhier aan de wal liggende, doch gedomicilieerd te Lith, natuurlijke zoon van Henrica van Ingen, zonder beroep aldaar woonachtig en de jonge dochter Johanna Kamps, oud vijf en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Gennep, meerderjarige dochter van wijlen Leonardus Kamps en van diens echtgenoot Christina Derks alhier woonachtig. Welke publicatie, duidelijk en verstaanbaar afgelezen zijnde, terstond is aangeplakt voor de deur van het Gemeente-huis. Waarvan deze akte is opgemaakt. | |
| 942 |  | Ondertrouw Op heden, den zeventienden der maand Julij achttien honderd drie en vijftig, des voormiddags ten elf ure, is door ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Driel, provincie Gelderland, voor de deur van het Huis der Gemeente de tweede afkondiging gedaan van het Huwelijk, hetwelk zal plaats vinden tusschen Joannes van Os, van beroep arbeider, oud zes en twintig jaren wonende te Driel zoon van wijlen Josephus Johannes van Os en van Geertruida van Rooij, zonder beroep mede te Driel woonachtig ter eenre, en Johanna van Ingen van beroep dienstmeid oud zeven en twintig jaren wonende te Driel, dochter van wijlen Mathijs van Ingen en van Maria van Woesik van beroep arbeidster, wonende te Lith provincie Noord-Braband ter andere zijde. | |
| 943 |  | Ondertrouw In het jaar een duizend acht honderd acht en zestig, den zevenentwintigsten der maand Junij, zijn voor ons Wouter Govers, Ambtenaar van den Burgerlijkens Stand der gemeente Lithoijen provincie Noordbrabant, verschenen Johannes van Ingen oud een en dertig jaren, van beroep arbeider wonende te Lith, zoon van wijlen de echtelieden Mathijs van Ingen en Maria van Woesik blijkens overlegd bewijs zijne pligten ten aanzien van de nationale militie vervuld hebbende, en Johanna van Hoorn, oud zeven en twintig jaren, van beroep zonder wonende te Lithoijen, dochter van Willem Jan van Hoorn van beroep arbeider, wonende te Lithoijen en Agnes Boeijen, overleden, die verklaarden aangifte te doen van hun voornemen om met elkander in den echt te treden. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die na aan de verschenen personen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons; de verschenen personen verklaarden niet te kunnen schrijven of hunne naam teekenen uit hoofde zij de schrijfkunst niet geleerd hebben. | |
| 944 |  | Ondertrouw In het jaar een duizend acht honderd negen en zestig, den derden der maand April, zijn voor ons Johannes Dijkhoff Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Lithoijen provincie Noordbrabant, verschenen: Adrianus van Ingen oud drie en dertig jaren, van beroep visscher wonende te Lith, zoon van Geert van Ingen, van beroep visscher. en van Isabella Koolen, zonder beroep, echtelieden wonende te Lith, blijkens overlegd bewijs zijn pligten ten aanzien van de nationale militie vervuld hebbende, en Theodora van Hoorn oud drie en twintig jaren, van beroep zonder wonende te Lithoijen, dochter van Willem Antoon van Hoorn, van beroep landbouwer, wonende te Lithoijen, en van Barbara Loeffen, overleden, die verklaarden aangifte te doen van hun voornemen om met elkander in den echt te treden. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons en de tweede comparant; de eerste comparant verklaarde zijnen naam niet te kunnen teekenen uithoofde hij de schrijfkunst niet geleerd heeft. | |
| 945 |  | Ondertrouw Stad-Utrecht Extract Uit het Register van huwelijksafkondigingen binnen deze stad is geextraheerd dat de eerste en tweede afkondiging van ondertrouw van Joannes van den Hooven, ook wel genaamd Jan van Hoven, weduwnaar van Aaltje Smorenburg, landbouwer, oud ongeveer vijftig jaren, gedoopt te Utrecht, wonende te Achttienhoven, meerderjarige zoon van Gijsbert van den Hooven en Aagje of Agatha Klarenbeek, beiden overleden en Joanna van Engen, zonder beroep, oud dertig jaren, gedoopt te Alphen binnen de gemeente Appeltern, Provincie Gelderland, wonende te Utrecht, meerderjarige dochter van Peter van Engen, schipper en Joanna van Toor, wonende te Alphen voormeld, op den dertigste der vorige en zesde dezer maand hebben plaatsgehad: zijnde dit extract conform verklaard door mij ondergeteekende Wethouder Amtenaar van den Burgerlijken Stand en is tegen voormelde afkondigingen geene oppositie ingekomen. Extract den 9e September 1835. | |
| 946 |  | Ondertrouw Heerewaarden Seymen trad op 32- jarige leeftijd in het huwelijk met de toen 31- jarige Joanna van Geffen. De aankondiging van het huwelijk vond plaats op 21 april 1752. Symen van Ingen j.m. geb[or]en en wonende alhier met Johanna van Geffen j.d. ge[bor]en en wonende te Lith, daer in ondertrouw opgenomen den 21 April 1752, hier driemael onverhindert geproclameert, waervan getuygenis gegeven den 07 Meij 1752. Hier wordt de naam Symen geschreven met de achternaam van Ingen ( in tegenstelling tot zijn broers met n) | |
| 947 |  | Ondertrouw Joannes van Ingen en Wilhelmina Hoogstraten Compareerde voor ons leeden van de municipaliteijt van Kessel, Johannes Sijmen van Ingen Jongman gebooren en wonende te Lith met Hermina van Hoogstraaten Jonge dogter gebooren en woonende te Kessel, dewelke verklaarde hun in wettigen ondertrouw te hebben doen inschrijven met beloften hun na drie zondaagsche proclamatien, alhier en te Lith onverhinderd gegaan zijnde, in den Huwelijken staat te zullen laten bevestigen. Kessel den dertigsten April 1700 zes en negentig | |
| 948 | | Tenminste één, nog levende, persoon is verbonden aan dit item - detailgegevens worden niet weergegeven. | |
| 949 |  | Op heterdaad betrapt Stel: je hebt een beetje hout nodig en wil hiervoor zo min mogelijk betalen; wat te doen? Je neemt midden in de nacht je bootje, vaart de Maas op, stroopt de kribben af en verzamelt het hout dat erop staat. [Kribben zijn dammetjes die dwars op de rivier staan. Zij zorgen er voor dat de rivier op zijn plaats blijft en de oevers niet wegspoelen. Zo blijft de vaargeul diep genoeg voor de scheepvaart.] Er is genoeg en daarbij gratis. Dit gaat allemaal goed, totdat de plaatselijke hermandad midden in de nacht op surveillance is en opdracht heeft om op de vernielers van de kribben te jagen. De smoes dat men de viskorven aan het controleren is, pikt natuurlijk geen enkele diender als je het bootje vol met hout hebt liggen. Dat Joannes van Ingen zich daaropvolgend niet liet arresteren, bleek wel uit de navolgende rechterlijke akte uit Lith 01-08-1803 Compareerde voor ons Schepenen van Groot Lith, Departement Braband Evert Swiers, Dienaar der Justitie alhier welke verklaarde ter instantie en requisitie der Justitie waar en waarachtig te zijn: Dat hij comparant ingevolge aan hem gegeeven ordre zoo door den Schout Civiel als ’t Gemeente bestuur in de nagt tusschen den 30e en 31 der laatst afgeloopen Maand Julij dezes Jaars 1803 zich heeft geporteerd gehad op de Hooge Waardsche Krib alhier ten einde te vigileeren op de schenders der kribben; dat hij in den Morgenstond van den 31 Julij ll: circa drie uuren heeft geättrapeerd Johannes van Ingen woonende alhier, in eene schuit zittende en bezig zijnde in het afhaalen van ’t hout van de gez: Hooge Waardsche Krib en ’t zelve met de eene hand in de schuit laadende terwijl hij zich met de andere zich hand aan de krib vasthield; Dat hij comparant daarop tegens Johan: van Ingen zeide: ha! Heb je haast genoeg en dezelve daarop zeide: Wat? Dat hij comparant daarop zeide: Met afbreeken van de krib – en gez[egde] Johannes van Ingen daarop andwoordde: Dat doe ik niet, ik zie na mijn korven; Dat hij comparant gezien heeft dat reeds meer hout van de gez[egde] krib in den aak lag zoveel als een mensch konde draagen, en vervolgends tegen de meergem[elde] Johannes van Ingen, zeide ik sla u in de boete uit kracht van schout en schepenen, Dat Johs van Ingen daar op de Maas is afgevaaren. Eindigende de comparant hier mede deze zijne gegeeven verklaaring, voor redenen van welwetenheid geevende dat het gebeurde van dien tijd hem nog in versche geheugenis is hangende en heeft na duidelijke prælectuure daar bij gepersisteerd en dit zijn gedeponeerde met solemneele Eede gesterkt, sprekende de woorden: Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig: afgelegt aan handen van J:E: de Vrij schouth ten overstaan van L.A. Bokstart en A: Reuser scheepenen op heden den eerste augustij 1800 en drie. Dit x merk stelt Evert Swiers testis secretaris LA Bokstart A: Reuser JE de Vrij schout civiel mij praesent D:Luijcx van Breugel secrets | |
| 950 |  | Overleden kraamkind 1789 Junij 23 Dito begraaven een kraamkind van Dirk van den Heuvel en Catarina van Ingen |