Documenten
Treffers 201 t/m 250 van 1,312 » Klikplaatjes-overzicht
# | Klikplaatje | Beschrijving | Verbonden met |
---|---|---|---|
201 | Doop Henricus van der Heijden 1777 13 november is gedoopt Henricus, wettige zoon van Johannes van der Heyden en Adriana van Loon, echtelieden. | ||
202 | Doop Henricus van Ingen 1739 25 April gedoopt Henricus, wettige zoon van Arnoldus van Ingen en Gertrudis Gerrits de Black. Getuigen Antonius Cuijpers en Catharina Cuijpers. | ||
203 | Doop Henricus van Ingen 1788, 9 april Eodem die [op dezelfde datum] Henricus wettige zoon van Joannes van Inge en Anna Maria Smits. Getuigen Joannes Smits en Maria Anna Schol. | ||
204 | Doop Heyltjen van Enghen Den 6 Augustus. V: Jan Theunissen van Enghen, M: Dingena Jans de Weert, K: genoemd Heyltjen, G: Maria Willems van Alphen huysvrouw van Jan Hendriksen vander Masen. | ||
205 | Doop Jan van Enghen 1707 Den 21 december V: Jan Theunissen van Enghen, M: Dingena Jans de Weert, K: genoemd Jan, G: Artje Jans de Weert en Hendrick Jansen de Weert | ||
206 | Doop Joanna van Geffen.jpg 1721 17 feb gedoopt Joanna wettige dochter van Gerard van Geffen en Gertrudis Arens van Osch, getuigen Joannes Arens van Osch en Joanna Hendricks van Geffen. | ||
207 | Doop Joanna van Ingen 1744 26 november gedoopt Joanna wettige dochter van Arnoldus van Inge en Gertrudis van der Black. Getuigen Christiaen Godschalk en Elisabeta Cuijpers. | ||
208 | Doop Joanna van Toor 1783 22ste oktober is gedoopt Joanna, wettige dochter van Ernestus van Toor en Gosuina Polders echtelieden. Getuigen Henricus Grim en Gertrudis Polders. | ||
209 | Doop Joannes (Matthijs) van Ingen 1750 17 december gedoopt Joannes wettige zoon van Matthias van Inge en Judith Jans Geurde getuigen Simon van Inge en Maria Jans Geurde. Ook hier zien we weer een broer van Matthys verschijnen die als getuige bij de doop aanwezig is. Dit keer is het Seymen van Ingen. | ||
210 | Doop Joannes de jongere 1746 15 Januarij gedoopt Joannes wettige zoon van Arnoldus van Inge en Gertrudis van der Black. Getuigen Henrica de Weerd en Simon van Ingen. Met de getuige Simon van Ingen zal de broer van Aert van Enghen zijn bedoeld, Seymen van Enghen. | ||
211 | Doop Joannes van Ingen 1748 1 september gedoopt Joannes wettige zoon van Matthias van Inge en Judith Jans Geurde. getuigen Jan Jansen Geurde en Joanna de Wolf. | ||
212 | Doop Joannes van Ingen 1785 Maart 21 Joannes wettige zoon van Joannes van Inge en Maria Roef, getuigen Arnoldus Roef en Joanna van Geffen en Gertrudis van Inge. | ||
213 | Doop Joannes van Ingen 1783 4 september is gedoopt Joannes wettige zoon van Joannes van Ingen en Elisabeta van de Wert. Getuigen Lambertus van Alphen en Maria Emons. | ||
214 | Doop Joannes van Ingen (de oudere) 1741 16 november gedoopt Joannes wettige zoon van Arnoldus van Inge en Gertrudis van der Black. Getuigen Digna van Inge en Joannes van Inge. In de akten die volgen wordt de naam Joannes ook wel als Johannes of Johannis geschreven. In dit document wordt echter de naam gehanteerd zoals deze in de doopakte voorkomt, Joannes. | ||
215 | Tenminste één, nog levende, persoon is verbonden aan dit item - detailgegevens worden niet weergegeven. | ||
216 | Doop Johanna van Langeveld 1798 25 juni gedoopt in de parochie Altforst Joanna dochter van Joannes van Langevelt en Henrica Verwaijen, hun wettige dochter. Getuigen Theodorus Verwaijen en Theodora Sonsbeek | ||
217 | Doop Judith Geurden van Kessel 3 september 1713 Gedoopt Judith Dochter van Jan Geurde en Maria Gerit de Bijl Getuigen Gijsbertus?..en Joanna tweede Antonij de Bijl. | ||
218 | Doop Judith van Ingen 1782 Juni 22 Judith wettige dochter van Antonius van Inge en Maria Anna Schol, getuigen Alexander Schol en Maria van Inge. | ||
219 | Doop Margarita van Ingen 1790 November 6 Margarita wettige dochter van Joannes van Inge en Anna Maria Smits, getuigen: Walterus van Kessel en Joanna namens Joanna Smits. | ||
220 | Doop Maria Aldegundis Thoonissen 1788 15 augustus is gedoopt Maria Aldegundis, wettige dochter van Mattheus Thoonissen en Joanna van de Wert. Getuigen Antonius Thijssens en Maria Thoonissen | ||
221 | Doop Maria Anna Roefs 1756 21 mei gedoopt is Maria Anna wettige dochter van Arnoldus Roefs en Joanna Dirks IJsvogels, getuigen Gerardus Roefs en Gerarda Dirks IJsvogels. | ||
222 | Doop Maria Anna Schol 1742 10 december gedoopt Maria Anna wettige dochter van Fredericus Schol en Agnes Lubbers. Getuigen Joanna Peters Tomisse en Joannes van Grinsven. | ||
223 | Doop Maria Anna van de Werd 1786 11 maart is gedoopt Maria Anna, wettige dochter van Arnoldus van de Werd en Cornelia van Atteveld. Getuigen Petrus van de Werd en Elisabeth van de Werd. Leeuwen. | ||
224 | Doop Maria van Ingen 1753 7 november gedoopt Maria wettige dochter van Matthias van Inge en Judith van Kessel getuigen Emerentiana van Kessel en Joannes van Kessel | ||
225 | Doop Mathijs van Enghen 1715 Den 24 maart V: Jan Theunissen van Enghen, M: Dingena Jans de Weert, K: genoemd Matthys, (er werden geen getuigen genoemd) | ||
226 | Doop Matthias van Ingen 1794 1 maart Matthias wettige zoon van Joannis van Inge en Maria Roest, getuigen Joseph Henricus Roest en Adriana van Oploo, in naam van Joanna Roest. | ||
227 | Doop Petronella van Nunen 8 september 1796 uit Herwaarden is gedoopt Petronilla wettige dochter van Joannes Henricus van Unnen et Henrica Petersen. Getuigen Lambertus van Balgoy et Belia Petersen. | ||
228 | Doop Petrus van Ingen 1773 januari 26 dito gedoopt Petrus wettige zoon van Joannes van Ingen en Elisabetha van de Werd, getuigen Adrianus van de Werd en Maria van de Werd. | ||
229 | Doop Seymen van Enghen 1715 Den 24 maart V: Jan Theunissen van Enghen, M: Dingena Jans de Weert, K: genoemd Matthys, (er werden geen getuigen genoemd) | ||
230 | Doop Simon van Ingen 1789 Maart 8 Simon wettige zoon van Antonius van Inge en Mara Anna Schol, getuigen Joannes van Inge en Joanna Maria Smits in naam van Gertrudis van Inge. | ||
231 | Doop Theodora van Mill 1774 Februari 22 Theodora wettige dochter van Francis van Mill en Petronella van Erp, getuigen Antonius van Mill en Emerantiana Clingh en Joanna van Erp | ||
232 | Doop Theunis van Enghen 1705 Den 13 december V: Jan Theunissen van Enghen, M: Dingena Jans de Weert, K: genoemd Theunis, (er werden geen getuigen genoemd) | ||
233 | Doop tweeling Joannes en Gertrudis van Ingen 1753 15 september gedoopt de tweeling Joannes en Gertrudis wettige kinderen van Simon van Inge en Joanna van Geffen. Getuigen Joannes Judith [sic] van Inge en Gerardus van Geffen en Gertrudis Henricus van Inge en Maria van Maeren. | ||
234 | Doop van Elisabeth van de Wert 1747 13 december Elizabeth dochter van Joannes van de Weert en Agnes van Lent echtelieden. Getuigen Petrus van de Weert en Gertrudis van de Weert. | ||
235 | Door het oog van de naald Door het oog van de naald Het was Johannes van Haren bijna fataal geworden, de watersnood van 1861. Bij deze ramp waren 37 slachtoffers te betreuren. Door Rinie van Haren, een nazaat van Gradus werd beschreven wat er op die bewuste dag gebeurde. Vader Gradus van Haren rende met zijn hele gezin via de zoldertrap naar het dak van hun huis aan de Zandstraat. Zijn vrouw, twee zonen en acht dochters liet hij voorgaan in de klim door het raam. Nog voordat hij zelf uit het dakraam kon klimmen, verwoestte het water het huis onder hen en brak het dak in tweeën Vader dreef met vijf van zijn dochters steeds verder weg van het dakdeel,waarop zijn vrouw, twee zonen en een dochter zich bevonden. Met stemverheffing riep hij boven het geweld uit om vooral bij elkaar te blijven.Het gezin werd steeds verder uit elkaar gestuwd.Op dit natuurgeweld hadden zij zich totaal niet voorbereid en de ijzige kou maakte dit avontuur extra zwaar. Gradus wist op hun tocht nog twee andere bewoners te redden door ze op hun geïmproviseerde vlot te trekken. Een verschrikkelijke strijd volgde. Een straffe, ijzige wind bemoeilijkte de tocht. Het was moeilijk, zo niet onmogelijk om ook maar enigszins sturing te geven aan het grote drijvende dak. Onderweg dreef men verschillende keren tegen een verdronken koe. De dochters schreeuwden het uit als dat gebeurde. Hoe het de andere gezinsleden verging, kon Gradus enkel gissen, maar vertrouwen in een goede afloop had hij niet. Moeder Cornelia (47), Petronella (19), Steven (17) en Johannes (10) dreven twee dagen en nachten rond op de immense watervlakte, waarna ze werden ontdekt in onderkoelde toestand. Zij hadden het overleefd, maar later zou blijken dat vader Gradus (51), Maria (24), Anna (22), Cornelia (13), Marianna (11) en Jansje (5) de watersnood met de verdrinkingsdood hebben moeten bekopen. Moeder Cornelia is vier jaar na de watersnood hertrouwd met Willem van den Hatert. Zoon Johannes trouwde later met Ida van Ingen uit Maasbommel en werd klompenmaker. | ||
236 | Door het oog van de Naald.jpg Uit de akte blijkt dat Aert niet alleen herbergier was maar tevens winkelier. Dat het leven van een herbergier/winkelier in die tijd niet over rozen ging blijkt wel uit de navolgende akte waarin staat beschreven dat een kennelijk ontevreden klant, zijnde de meestersmid [een smid lijkt mij geen kleine jonge], zijn ongenoegen uitte middels bedreigingen en mishandeling. Wie drinkt dan ook om 8 uur in de ochtend jenever ? 26-08-1755 Ondervragingen ter secretarie van Lith van Aart van Ingen, 47 of 48 jaar oud, Geertruij van den Blok, zijn huisvrouw, circa 50 jaar - Aart en Geertruij verklaren een herberg te houden en ‘winkel te doen’ te Lith, Hendrien van Daalen, huisvrouw van Hermen Looijmans, circa 47 jaar, en Anne Marie van Dinther, dienstmaagd van Aart van Ingen, circa 20 jaar. Op 25 augustus 1755, ‘s morgens om ongeveer 8 uur, kwam Henderik Sloth, meestersmid te Lith, bij Aart en bestelde een glas jenever. Zodra Henderik het ‘soopje’ kreeg, heeft hij het tot twee keer toe naar Aart gebracht. Hij vatte alles verkeerd op en maakte aanstonds ruzie met Aart en Geertruij en hen “met verschyde lasterlyke en infurieuse woorden [doorhaling] bejegent”. Het echtpaar verklaart dat Henderik Aart voor een “schobjack” uitmakende, “met een vuyst in syn gesigt heeft geslagen, en met syn elleboogh op syn borst gestooten en dat daar op [...] in syn sack [...] tastende syn mes ten halven heeft getrockken sonder dat egter sy tweeden Deponente vermits als toen aan des linker syde van Henderik Slot stont het bloote mes heeft konnen sien”. Aart verklaart dat “so dra hy sag dat Henderik Sloth syn mes begon te trekken hij om sig selven te salveeren de vlugt uyt syn keuken op de geut en vervolgens door de Deeldeur uytgenomen en sonder hem eenige Resistentie te hebben gedaan om ongelukken te verhoeden[.] [D]e tweede Deponente verclaart mede haaren man te hebben sien vlugten”. Daarna heeft Henderik tot twee maal toe Geertruij aangevallen en in haar gezicht en op het hoofd geslagen. Geertruij heeft geprobeerd Henderik met een stok te keren, maar “in syn quaadaardigheyt voortvarende” heeft hij zijn mes tegen haar getrokken en haar een tweede keer aangevallen, “haar soo danigh met de vuyst of handt in haar gesigt en wel meest op haar hooft heeft geslagen, dat de Nerf daar af is, sustineerende sy Deponente dat hij sulx met de vuyst daar het mes in had en met een heft van het mes heeft gedaan”. Geertruij verklaart dat zij moest vluchten om zich te redden “en haar Diensmeyt en in huys synde kinder belast om hulp te Roepen en dat sy selfs mede om hulp heeft moeten Roepen al vlugtende”. Aart verklaart dat hij “op het jammerlijk hulp roepen van syn kinder en mydt wederom na syn huys is koomen lopen en door syn sydeur in syn huys is gekomen, en gesien te hebben dat Henderik Sloth reeds uyt syn huys op den dyck stondt onder het volck en niet beters te weten als dat hy Henderik Sloth vroeg [“]wat sy ik hier schuldig[“,] sonder dat hy weet of hy syn vermelt gelag heeft betaalt dan niet ook als toen hem geen mes te hebben sien hebben”. Hendrien van Daalen verklaart dat zij naar het huis van Aart van Ingen was gekomen “om een paar clompen voor haar kint te kopen, en als toen gesien te hebben, dat Hendrik Sloth de vrouw van Aart van Ingen in haar ijgen huijs met sijn hand in haar gesigt sloeg sonder dat sij iets in de hand had, en dat sy [...] daar op tegens hem sijde [“] Hendrik siet wat gij doet[“,] want een wijf kan men ligt slaan, dat sij [...] daar op uijt den huijs op den Dijk Liep, en dat vrou van Ingen daar op hulp roepende mede aan de deur is comen Lopen dat gemelten Hendrik Sloth daar op uijt den huijs is gekomen, en als toen Duijdelijk gesien te hebben dat hij sijn bloot mes in de handt had en in het uijtgaan van het huijs in sijn sak stak”. Hendrien verklaart niet gezien te hebben dat Geertruij Hendrik gemolesteerd heeft “eerst als dat sy op Henderik Sloth [...] omdat hy haar man in syn ygen huys had geslagen [...] en syde dat sulx vlugge werk was en dat Henderik Sloth antwoorde [“]Vlug my niet of ik sal u aan uwen bast slaan[“}. Anne Marie van Dinter verklaart als dienstmaagd bij Aart van Ingen te wonen en voor een gedeelte bij het geval aanwezig te zijn geweest “en als toen in de keuken komende gesien te hebben dat Henderik Sloth haaren Baas Aart van Ingen in sijn eigen huijs met sijn vuijst of hand in sijn gesigt heeft gestoten of geslagen, sonder dat hij haarens wetens Hendrik Sloth eenige reden of quaat woort heeft gegeven, dat daar op haaren Baas op sijn geut is gevlugt en vervolgens de DeelDeur uijt sonder dat sij Deponenten als toen eenige scheltwoorden heeft gehoort” Anne Marie van Dinter tekent met een soort S, Aart tekent met “aart van engen”, zijn vrouw met “gertruij van der black” en Hendrien plaatst een +, | ||
237 | Echtscheiding Heden drie en twintig februari negentienhonderd twee en twintig is aan mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand van Rotterdam, door Antonius van Ingen, oud vier en veertig jaren, zeeman, wonende alhier ter inschrijving aangeboden een vonnis van de arrondissementsrechtbank alhier, gewezen bij verstek op vijf en twintig Augustus negentienhonderd een en twintig, waarbij het huwelijk tusschen Antonius van Ingen, voornoemd en janetje Weber, zonder beroep wonende alhier voltrokken alhier op achttien Februari negentienhonderd drie door echtscheiding is ontbonden verklaard. Voorts is aan mij nog terhandgesteld eene verklaring, afgegeven door den griffier bij vermelde rechtbank op een en twintig September negentienhonderd een en twintig, waaruit blijkt, dat tegen bovengemeld vonnis geen verzet is aangetekend. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. | ||
238 | Echtscheiding van Ingen-Kraan Evenals het huwelijk van zijn vader hield het huwelijk tussen Adrianus van Ingen en Maria Anna Kraan niet stand. Op de huwelijksacte stond aan de linkerzijde de navolgende aanvulling: Dit huwelijk is door echtscheiding ontbonden door het vonnis der Rechtbank alhier van 3 augustus 1949 en de inschrijving alhier op 17 september 1949. | ||
239 | Eerder gehuwd in Mook Blijkens een inschrijving in de DTB registers van Mook bleek dat Arnoldus en Geertruyt reeds op 28 april 1737 in Mook in het huwelijksbootje waren gestapt. Later deden zij het nog eens over in Lith. Had de pastoor in Lith dit geweten ???? | ||
240 | Eerste Veroordeling Geetruida Vossenberg De eerste keer dat Geertruida te maken kreeg met justitie was zij 12 jaar oud. Voor de diefstal van (notabene) mest kreeg zij op 12 jarige leeftijd een gevangenisstraf opgelegd van 14 dagen. Deze heeft zij uitgezeten in de periode 5 januari 1863 tot en met 19 januari 1863. | ||
241 | Elisabeth Schoremans/Geboorte Elisabeth Schoremans.jpg | ||
242 | Elisabeth Schoremans/geboorte Wilhelmus jacobus Helmers.jpg | ||
243 | Elisabeth Schoremans/Huwelijk.jpg | ||
244 | Elisabeth Schoremans/Overlijden Elisabeth Schoremans.jpg | ||
245 | Elisabeth Schoremans/Overlijden Wilhelmus jacobus Helmers.jpg | ||
246 | Elisabeth Schoremans/Overlijdensadvertentie.jpg | ||
247 | Emma Maria Schirra/Geboorte Emma Maria.JPG | ||
248 | Erfenis van familie van Kessel In de familie van de vrouw van Seymen, Joanna van Geffen, werd een erfenis verdeeld, Symen is erfgenaam door zijn huwelijk met Johanna van Geffen en koopt uiteindelijk iets uit de erfenis. Met betrekking tot deze erfenis is een akte van 6 pagina’s opgemaakt. De taal in deze akte is onvoorstelbaar ambtelijk. 24 april 1782 Jan van Geffen wonende binnen de stad s’Bosch, Tomas van Batenburg wonende te Acquoi als in huwelyk hebbende Stien van Geffen, Jenneke van Geffen, wede Hendrik Verhoeven wonende te Maren Symen van Engen wonende binnen de Heerlykheyt Lith, als in huwelyk hebbende Johanna van Geffen Tomas Ketels als last en procuratie hebbende van Hendrik van Staveren en Marytje Lucas Ketels, wonende onder Alphen, zynde laastgemelde een dogter van Lucas Ketels, gepasseert voor den Notaris Jan van der Snoek en getuygen tot Alphen den 31 meert 1782 Item nog deselve Tomas Ketels als last ende procuratie hebbende van Wessel Bunnink en Gerrit Bunnink, wonende bnnen de hooge en vrye heerlykheyt Haze[rs]woude, in qualiteyt als voogden over de drie minderjarige kinderen van wylen Aafje Gerrits Odijk in huwelyk verwekt aan Egbert Bunnink met namen Lysje, Jan en Jannetje Egberts Bunnink, welke voors. Aafje Gerrits Odyk is een nagelaten dogter van Lucas Ketels, gepasseert voor den president in absentie van den Heer Bailluw en Schout mitsgaders scheepenen van Hazerswoude, den 30 meert 1782 de beyde procuratien alhier geregistreert, Item Tomas Ketels als last ende procuratie hebbende van Gysbert van Syl wonende te Langeraar in huwelyk hebbende Cornelia Odyk, Hermanus Odyk wonende te Alphen, en Leendert van den Bruk wonende te Soeterwoude, in huwelyk hebbende Aaltje Odyk, gepasseert voor Heeren Scheepenen te Kessel den 21 meert 1782, zynde de Constituanten in de gemelde procuratien vermeld in prive en in qualiteit Erf-[volgende blad] genaamen bij representatie van de kinderen Lucas Keetels. Item als nog den meegemelde Tomas Keetels, voor sig selve en als last en procuratie hebbende van Dielis Keetels, Johanna Ketels, Jan Keetels, Gerrit Keetels, Huybert Keetels, Megtelina Keetels, Geertruyd Keetels, alle wonende binnen de Heerlykheyt Lith, kinderen en Erfgenamen van haaren vader, Jan Huybert Keetels, en nog de laastgemelden, als Erfgenaamen, voor negen tiende parten van Hendrik Beeken eenige Erfgenaam van de wed. Jan Beeke, volgens acte van procuratie gepasseert voor Heeren schepenen van Kessel den negenden meert 1700 twee en tagtig, mitsgaders Johannes Vriesekolk, secretaris te Kessel, als last en procuratie hebbende van Jan van de Wiel wonende te Alphen in Gelderland, in huwelyk hebbende Myntje Beeke als erfgenaam voor het resteerende een tiende part, van Hendrik Beeke, gepasseert voor Heeren scheepenen van Kessel, den sesde Meert 1700 twee en tagtig /\ [invoeging van tekst in de marge -] /\welke drie laastgemelde procuratien alhier ter secretarye zyn geregisteert [-] wesende Jan van Geffen Stien van Geffen, Janneke van Geffen, Johanna van Geffen, Jan Huybert Keetels de wede Jan Beeke en de kinderen van Lucas Keetels ider voor een sevende part gecustitueerde [?] Erfgenamen, van Jenneke Hendrik Keetels in leeven hui[s]vrouw van Peter van de Graaf te vooren getrouwd geweest, met Berend van Geffen volgens testamentaire dispositie gepasseert voor Heeren Drossaert en schepenen der Heerlykheyt Kessel den eerste April 1700 vijf en tsestig en also te zamen voor het geheel, Een halve Morgen Land geleegen binnen deze Heerlykheyt Lith in de agterste Middelste hoeve oost belent Evert van der Haage west Anthony van Nouhuys strekkende van de middelste hoeve tot den broekgraaf, de transportanten pro se et qq aangekoomen by Erfenisse voornoemdt hebben sy publicq verkogt ten overstaan van Heeren Officier en Scheepenen der Heerlykheyt Kessel aan [doorhaling] Ida Brandts voor eene Somme van drie en tagtig guldens, de slaagen daar onder begreepen, volgens verkoopsconditie, synde van dato den derde april 1700 twee en tagtig en mits desen wettelyk ende Erfelyk gecedeert, opgedragen ende overgegeven aan [doorhaling] Ida Brandts voornoemdt, te zamen met alle de brieven en beschyden daar van synde, en met den [...] regten de transportanten pro se et qq daar in competerende, met helmelinge voltijdenisse en Cas en maniere in doen gewoonlyk zynde, belovende op verbant van hunne en deselvs principaale persoonen present en toekomende goederen, respectieve, dit cederen opdragen ende overgeeven, altyd te sullen ende doen houden voor goed vast steedig ende van waerden, ende alle commer, calangie ende aantal daar innen wesende, of komende af te sullen doen geheelyk los en vrij, uitgenomen zal de verkrygster tot haare lasten moeten nemen, nu ende ten eeuwigen daage, maken en onderhouden, mitsgaders op de eerst te voeren clopschouw geloven voor drie en een halve voeten Maasdyk onder de schouwe van Lith tussen paal 53 en 54, als mede te moeten betalen een jaarlykse Cyns aan de Heeren van Lith van twee penningen den hond doende, ofte zo veel min ofte meer t Cynsboek is mede brengende mitsgaders schaaden en Commeren zo van slooten straten, wegen en waterlaten, s’landts, Dorps en Polders lasten regten en servituten als van oudts regt en gewoonten (...) daar toe te onderhouden en betalen syn staande en over zulks geen uitgezondert. Compareerde meede den opgemelde [doorhaling] Johannes van Baren zig fort en sterk makende voor Ida Brandts, en verklaarde opgemelde dyken, en lasten sodanig te sullen maken ende betalen dat de transportanten pro se et qq daar van sullen zyn en blyven bevrijd onder verband als naar [...] en hebben de transportanten pro Se et q.q. op de gedaane afvraginge verklaart, dat voors. land is vrij allodiaal en niet leenroerig aan eenige hooven van leen. Aldus gepasseert tot Lith op heeden den vierentwintigste April 1700 twee en tagtig ten overstaan van de Heer Pieter Benjamin Papo Drossaert en Bartholomeus Pyll scheepen in Lith dit + merck stelt Jan van Geffen dit + merck stelt Tomas van Batenborg Thomas Ketes [sic] Sijmen van engen dit + merk steld Jenneke van Geffen, wede H Verhoeven Johannes van Baaren Vriezekolk qq P:B:Papo B Pijll PH Fenema | ||
249 | Franciscus Hendrik Schoormans/Geboorte Anna Maria Akkermans.jpg | ||
250 | Franciscus Hendrik Schoormans/Geboorte Henricus Hendrik Schoormans.jpg |